‘Ik wil graag het maandmenu alstublieft’, zei ik tegen de dame achter de toonbank toen ze mij met een stevig mandarijn-accent vroeg wat ik wenste. ‘Maandmenu meneer, met nasi, bami of witte lijst ?’.
‘Hoe bedoelt u dat ?’, vroeg ik. ‘Het maandmenu is toch van alles een beetje ?’. ‘Nee meneer, u moet kiezen. Nasi, bami of witte lijst’.

Ik slaakte een zucht. Ik had bewust voor dit menu gekozen om niet te hoeven kiezen. En nu moest het verdorie toch. Mijn echtgenote is namelijk van de bami, ik van de nasi en de hond van de witte rijst. Ik voorzag straks thuis een stevig verhoor. ‘Waarom heb je nasi genomen en geen bami ? Ik lust geen nasi, dat weet je toch ?’.

Tja, en daar sta je dan.
‘Ik heb voor de nasi gekozen, schatje, omdat IK geen bami lust’.
‘Jawel, maar dan had je toch gewoon een keer een offertje kunnen brengen ?’.

Pffft ik zag het al helemaal voor me.

‘Wat had jij in mijn geval gedaan dan ?’, zou ik dan vragen.
‘Ik had speciaal voor jou nasi gekozen. Om je te plezieren. Ik had dat offertje wel gebracht’.

‘Wat wilt u meneer. U moet nu kiezen hoor’, riep het Chinese dametje met enig zakelijk ongeduld. Ik kocht met een diepe zucht nog wat extra bedenktijd. ‘Eh, doe maar bami’, besloot ik. ‘Oké, bami, maandmenu met bami. Dat is vijftien euro. Pinnen ?’. Ik voelde toch nog iets van opborrelende twijfel rond de bami-keus. Op het moment dat ik de oranje ING pas in de gleuf zou steken, was de keuze definitief en te laat voor een wijziging. ‘Een offertje brengen’, ik hoorde het haar zeggen.

‘Maak er toch maar nasi van’, riep ik iets te hard. ‘Kan dat nog ?’. ‘Nasi ?’, herhaalde ze met een zucht. Ze ging op zeker. Ik knikte. Ze typte het in de kassa, noemde wederom de prijs en schoof het pinkastje in mijn richting. ‘In naam van Oranje’, riep ik in gedachten, stak de ING pas in de gleuf en rekende af. Vervolgens kreeg ik kreeg een ticket met een nummer en nam plaats op een bankje.

Na een minuut of tien naar de chinese muur tegenover mij te hebben gestaard  klapte het keukenluikje open en schoven er een aantal bakjes naar binnen. Mijn nummer werd nu omgeroepen en liep ik naar de toonbank. Daar werden een aantal bakjes in een papier gepakt en voor mijn neus gezet.

‘Sambal bij?’, vroeg ze.
‘Nee, dank u’.

‘Kroepoek bij ?’
‘Ja graag’.

‘Zegeltjes bij ?’
‘Nee dank u’.

‘Tasje bij ?’
‘Ja, een tasje. Dat wel, is handig’.

Ze pakte een wit plastic zakje, stapelde de bakjes erin en zette hem op de toonbank. Toen ik hem wilde meenemen hield ze hem vast.

‘Tien cent alstublieft’, zei ze.
‘Tien cent voor een tasje ?’. Ik keek haar aan. Ze haalde haar schouders op.
‘Moet van regéling’, verklaarde ze.

Nu haalde IK mijn schouders op en zocht mijn zakken na. Geen duppie.

‘Komt volgende keer wel’, zei ik. Ze glimlachte. 
Maar toen ik wederom het tasje wilde pakken graaide ze het snel voor mijn neus van de toonbank. Vervolgens werd het plasticje eraf getrokken en verdween in een vuilnisbak.

Drie tellen later liep ik met een gloeiend heet papieren pakketje in mijn handen richting auto.

Tasje bij ? Wat te denken van een tube gratis brandzalf !

Bart

Copyright Brompot januari 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better