Ik had al een paar weken last van een irritante hoest. Nou ja, hoest, het was meer een langdurige kuch met een doorlooptijd van minimaal tien seconden. En hij kwam steeds op een tijdstip waarop je hem niet kon gebruiken. Zoals het moment waarop je besluit een belangrijke mededeling te doen die vervolgens smoort in een kuchbui.

Ik kon dus eigenlijk niet goed meer uit mijn woorden komen en volgens mij echtgenote werd het wel een keer tijd om een dokter te raadplegen. Al was het alleen maar omdat ze helemaal gek werd van mijn geblaf en gejank. Tja, en dan maak je uiteindelijk toch maar een afspraak en ga je op audiëntie.

Ik ken de huisarts niet. Niet omdat ik er nooit kom, maar vanwege het simpele feit dat mijn eigen huisarts ergens in Lech op de lange latten stond. Een vervanger dus die mij uit de wachtkamer kwam plukken. Hij stelde zich vervolgens netjes voor, ik trouwens ook en ik kreeg de microfoon en zendtijd om uit te leggen wat eraan mankeerde.

‘Tja dokter, geen echte hoest, meer een doorlopende kuch en die kuch begint als ik begin te praten. Zoiets’.
‘Nu kucht u niet’, zei hij met een lachje.
‘Toeval’, wist ik.
‘Heeft u last van een allergie, heeft u bronchitis gehad, astma… ‘. Ik schudde steeds mijn hoofd.
‘Dan mag u even meelopen, dan luister ik naar uw longen’.

Ik huppelde achter hem aan en even later stond ik met een ontbloot bovenlijf te zuchten en te kreunen.
‘U moet wel flink doorzuchten hoor’, zei hij, ‘Anders hoor ik niets’.
‘Jawel, maar dan moet ik kuchen’.
‘Dat is toch prima, daarvoor bent u hier. Zuchten, diep zuchten…’.

Ik zuchtte me een ongeluk, kuchte af en toe wat en kreeg uiteindelijk het signaal dat ik mocht stoppen en me aan mocht kleden.
‘Ik hoor wel vaag roggeltje, maar niets verontrustend. We gaan even uw bloed nakijken en dan mag u terugkomen’.

Ik werd naar de assistente gedirigeerd die vervolgens een gat in mijn vinger beulde om wat bloed af te nemen en te onderzoeken. Voorzien van een pleister en het gevoel dat ik elk moment in een huilbui kon uitbarsten, mocht ik in de wachtkamer plaatsnemen om na vijf minuten weer opgehaald te worden.

‘Ik denk aan een lichte infectie aan de luchtwegen’, luidde de diagnose. ‘Ik geef u een kuurtje, goed ?’. Alsof ik hier iets over te melden had. ‘U kunt bij de apotheek uw kuur ophalen, het recept is digitaal verzonden’, besloot hij. Ik kreeg een hand, kuchte een stevig “tot ziens” en liep naar de apotheek.

Half uurtje later las ik thuis de bijsluiter. Drie keer daags moest ik zo’n onmogelijke capsule met een glaasje water naar binnen zien te werken. Vervolgens schoven mijn ogen nog even richting bijwerkingen. Altijd weer leuk om te lezen wat je allemaal als bijvangst meesleept.

Mij ging vermoedelijk het volgende overkomen:

Misselijk, diarree, duizelig, hoofdpijn, huiduitslag… Verminderde eetlust, winderigheid, boeren en nog een hoofdstuk met overige ellende.

En tot slot ook nog twee dingetjes die aanmerkelijk ernstiger waren.

Als ik last zou krijgen van een jeukende vagina, dan zou ik meteen de dokter moeten bellen. En mocht er een anticonceptie-pil binnen onze rellatie in het spel zijn, dan kon er sprake zijn van verminderde bescherming.

Ik heb voor de zekerheid mijn echtgenote hiervan op de hoogte gebracht. Je weet uiteindelijk maar nooit.

Bart

Copyright Brompot februari 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better