‘Meneer, mag ik u iets vragen ?’. De vraag rolde uit de mond van een blonde dame van middelbare leeftijd. Ik herkende haar van haar gezicht in combinatie met het poezelige hondje wat aan het eind van een rood riempje onrustig heen en weer huppelde.

Zolang ik haar “kende”, was ze hem al aan het opvoeden. ‘Zit Sjorsje !!’, riep ze. ‘Ik zei dus zit. Sjorsje ga zit ! Luisteren naar het vrouwtje !!!’

Ze raakte licht geirriteerd, bukte zich en duwde het achterwerk van het bolletje met enige kracht tegen de straatklinkers.

‘Zo, dat is zit. Braaf zo, Sjorsje, braaf’. Ze richtte zich op en trok een afleidende glimlach in mijn richting.

‘Hij luistert al best goed hè’, zei ik.

‘Ja, het gaat de goede kant op met Sjorsje. Gewoon een kwestie van consequent opvoeden’. Ze keek er uitermate streng bij. In gedachten zag ik haar in een leren pakje-met-zweep haar echtgenoot opvoeden. Zit, zit, ZIT. Hij ontving een paar consequente opvoedkundige klappen.

‘U had een vraag’, zei ik. Ik had na de meesteres-beelden even geen zin meer in lesjes consequente opvoedkunde.

‘O ja, ik zou het haast vergeten. Mijn vraag. Eh.. waar is uw hondje gebleven ? Ik zie jullie er nooit meer mee wandelen’.
‘Die is dood’, zei ik.
‘Dood ?’
‘Ja, helaas, we hebben hem in moeten laten slapen. Vorige maand’.
‘O, wat erg, was die ziek dan ?’.

Nee, we vonden het gewoon leuk. Het antwoord lag klaar op mijn lippen. Ik moest hem alleen nog uitspugen.

‘Hij was dement’, zei ik ietwat korzelig.
‘Kan dat ?, een demente hond ?’.
‘Ja, dat kan. Die van ons was dement’.
‘En hoe uit zich dat ?’, vroeg ze.
‘Hij draaide rondjes en liet alles lopen. Zwaar dement’.

‘Was hij dan wel helemaal zindelijk ? Als ze alles laten lopen…’. Ik begon me te ergeren.
‘Mevrouw, onze hond was vijftien jaar, had een geweldig leven achter de rug en het was gewoon een vorm van mishandeling om hem zo te laten aftakelen. Hij had geen waardig leven meer’.

‘Oké, ja, dan moet de stekker eruit. Bij de dierenarts laten doen ?’, informeerde ze verder.

Pffft, wat een gesprek.

‘We hebben het zelf gedaan’, loog ik.
‘Ach, zelf ? Hoe dan ?’.
‘Gewoon de stekker beetpakken en eruit trekken’. Ze keek me aan alsof ze het in Keulen hoorde onweren.

Er viel een korte stilte.

‘En komt er nu weer een nieuwe hond ?’, vroeg ze. ‘We laten Sjorsje binnenkort dekken, dus…’. Ik keek met enig afgrijzen naar het bol wol wat inmiddels weer onrustig heen en weer liep te springen.

‘Dus wat ?’, vroeg ik.
‘Nou ja, ik bedoel, als u een hond zoekt, dan is zo’n pup van Sjorsje natuurlijk best leuk’.
‘Ik dacht dat Sjorsje een reu was’, zei ik.
‘Nee hoor, het is een teefje. Interesse ?’, drong ze aan. Ik schudde mijn hoofd.
‘Nou, u heeft nog een week bedenktijd. Zondag wordt ze gedekt. En uw vrouw weet waar ik woon’.

Ze richtte zich weer op haar Sjorsje. ‘Volg meisje, VOLG !!’. Ze trok bijna haar kop van haar lijf’.

Terwijl ik ze nastaarde kreeg ik weer dat beeld van de strenge meesteres-met-zweep op mijn netvlies. Inclusief haar rondrennende echtgenoot.

Ik nam ondertussen een definitief besluit: wij nemen geen nieuwe hond.

Bart

Copyright Brompot april 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better