‘Schat, weet jij waar mijn tube zalf is gebleven?’, vroeg ik mijn echtgenote. Ik had hem boven op de badkamer gelegd en ik verdacht haar ervan dat ze hem had opgeruimd.

‘Ik denk dat het tubetje naast je fietssleutel, je kermishorloge, je spanningszoeker en die andere spullen ligt die je de afgelopen tijd bent kwijtgeraakt. Eh… herstel: waarvan je niet meer weet waar je ze hebt neergelegd’.

Ik proefde enig cynisme. Vooral dat laatste prikte. Ik wist zeker dat ik de tube boven op de badkamer had gelegd.
‘Heb je hem echt niet gezien ?, ik moet dat spul er elke dag opsmeren. Anders gaat het niet goed’.

‘En wat zou er dan niet goed moeten gaan?’, vroeg ze.

‘Dan kan er een negeroog onstaan of hij kan knappen waarna ik met een lelijk litteken in mijn nek blijf zitten’. Alleen al bij de gedachte werd ik onrustig.

‘Dat zal allemaal wel meevallen’, zei ze. ‘Negerogen mogen tegenwoordig niet meer en knappen… hij knapt niet zomaar’.
‘Ik wil mijn zalf’, zei ik.

Ze haalde haar schouders op. ‘Dan blijft er maar één ding over: goed zoeken. Ik heb de tube in ieder geval niet gezien en ook niet opgeruimd. Ik snap trouwens niet dat je tegenwoordig alles kwijt raakt. Je hebt je gedachten er niet bij. Je denkt aan alle dingen behalve aan datgene waar je echt aan moet denken. En dan wordt het ergens neergelegd en dan vergeet je waar. Beetje raar, Bart’.
Ze keek me aan en schudde haar hoofd.

‘Ben je klaar ?’, vroeg ik. ‘Dan ga ik nu naar boven’.

‘Dat zou ik dan maar doen. En hou je gedachten erbij. Niet afdwalen hoor !’, riep ze me na.

Ik kon hier zo van balen. Dat mij onterecht de les werd gelezen. Iedereen vergeet wel eens iets. En ook ik ben wel eens een “iedereen”.

Even later stond ik boven, keek nogmaals op de badkamer en liep toen naar de slaapkamer. Daar ontdekte ik een tube op de kast. Snel draaide ik de dop eraf en smeerde een lik op mijn puist. Daarna draaide ik het dopje er weer op en legde hem in volle concentratie weer op zijn plek terug. Hoezo de gedachten er niet bij.
Vijf seconden later was ik terug in de kamer en plofte op de bank.

‘En ?’, vroeg ze. ‘Gevonden ?’.
‘Ja’, zei ik.
‘En waar lag hij nou ?’.
‘Op de kast in de slaapkamer. Ik heb hem daar trouwens weer precies zo teruggelegd. Dat je het weet’.
‘Kan niet’, hoorde ik.
‘Ga maar kijken. Hij lag daar echt’.
‘Ik ga kijken’. Ze stond op en liep de trap op.

Even later stond ze met de tube weer in de kamer. ‘Vraagje, jeukte die steenpuist heel erg ?’,
‘Jeuken ? Nee, hij doet pijn. Hoezo ?’.

‘O nee, niks, vroeg me alleen af waarom je er aambeienzalf op hebt gesmeerd terwijl je eigen tube gewoon in de badkamer lag. In de beker met de tandenborstel en tandpasta!’.

Ik heb lang gezocht naar een passend antwoord. Zeer tot mijn schande moet ik bekennen dat ik ook dat tot op heden niet heb kunnen vinden.

Bart

copyright Brompot juli 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better