‘En, vindt u het wat ?’, vroeg ze. Ze hield de spiegel schuin achter me zodat ik vrij uitzicht had over mijn landschapje.
‘Ja hoor, en ook nog prima op kleur’, zei ik lachend.
‘Ja, mooi egaal grijs.’
‘Dat kan ook niet anders’, zei ik. ‘Ik ben al vanaf mijn vijfendertigste bezig grijs te worden.’
‘Zolang al?’
‘Ja, zo lang al.’

Ze keek intussen langs mijn hoofd. ‘Toch zijn de bakkebaardjes niet helemaal gelijk.’

Ze bleek behoorlijk kritisch op haar eigen kunstwerkje en persoonlijk houd ik daar wel van.
Ze testte nu met twee vingers de lengte en stelde nogmaals vast dat het niet goed was.

‘Kan ook zijn dat mijn hoofd wat is scheefgezakt’, merkte ik op. ‘Uiteindelijk staat hij al ruim zestig jaar op mijn nek, dus best mogelijk dat hij wat botmoeheid vertoont en uit het lood zakt.’

‘Nee hoor, er is niets mis met uw hoofd, ze zijn gewoon ongelijk afgeknipt. Ik haal er nog een stukje af.’

Ik zag in gedachten de klussers “Buurman & Buurman” voorbij flitsen. ‘Deze tafelpoot is iets te lang, Buur’, hoorde ik één van de twee roepen. Vervolgens werd hij een halve meter ingekort. ‘Voor mekaar, Buur. A je to!’ De tafel wankelde nu op een andere poot.

‘Voor mij is het goed zo hoor’, zei ik nog. Ik was de regie kwijt.
Ze glimlachte. ‘Voor mij niet.’ Ze pakte het scheerapparaatje en maaide er nog een stukje af. Vervolgens werden de twee vingers er weer bijgehaald. ‘Zo, nu is het goed’, zei ze.

Voor mij niet. Ze waren nu echt ongelijk. Ik twijfelde even of ik het zou melden maar ik besloot van niet. Ik had “Buurman & Buurman” nog op mijn netvlies branden. Ze moest trouwens ook nog aan mijn wenkbrauwen sleutelen en daar hechtte ik even meer waarde aan.
Thuis kon ik altijd nog met een centimeter en mijn scheermes aan de gang.

Ze boog zich nu wat voorover, zette een kam op mijn wenkbrauw, trapte het scheerapparaat aan en met een paar woeste bewegingen behoorde het ongewenste borsteleffect tot het verleden. Ook mijn andere wenkbrauw werd nog flink onder handen genomen en toen was het projectje klaar. De cape ging af en ik had mijn vrijheid terug.

‘Dat is dan tweeëntwintig euro vijftig’, zei ze nadat ik bij het kassameubel was aangekomen.
Ik rekende af en dacht klaar te zijn. Ze keek me echter onderzoekend aan.
‘Is er iets?’

‘Ja, het lijkt net of de wenkbrauwen toch ook iets ongelijk zijn.’ Ik fronste en zij plaatste opnieuw haar twee vingers om wat aanvullend meetwerk uit te voeren.

‘U had het net over botmoeheid van uw hoofd’, begon ze na enige ogenblikken nagedacht te hebben. ‘Dat was serieus bedoeld, toch?’

‘Nou, ik denk op dit moment toch meer in de richting van een lengteverschil van je vingers’, concludeerde ik met een lach.
Ik gaf haar vervolgens een dikke knipoog en verliet het pand.

Bart

Copyright Brompot augustus 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better