Ooit reden we met een Russische Lada en ooit had Burgers Zoo in Arnhem een safaripark waar je voor tien gulden doorheen mocht rijden…
‘Papa, lopen daar dan echte leeuwen?’, vroeg onze oudste zoon enthousiast vanaf de achterbank.
‘Ja, maar of ze lopen… meestal liggen ze lekker lui te slapen.’
‘Dan kun je toch toeteren?’, stelde de jongste voor.
‘Nou, dat kun je beter niet doen, want dan schrikken ze en worden ze misschien wel boos’, zei mijn echtgenote in een poging de spanning bij de mannen wat extra op te voeren. Ik was onderhand bezig om de “tank” zonder schade door de leeuwensluis te loodsen.
Het laatste hek schoof open en we mochten het terrein nu oprijden.
‘Kijk, daar, daar liggen er een paar.’ Mijn vrouw wees naar een plukje leeuwen die languit in het zand lagen te slapen.
‘Ze hebben het warm, mama’, riep de jongste. ‘Ik heb het ook warm. Mag het raampje open Pap?’
‘NEE!!!’, riep ik. Er zaten aan deze auto’s gewoon nog raamslingertjes en die kon je niet zoals tegenwoordig electrisch blokkeren.
‘Je blijft eraf, hoor je! Let jij even op?’, vroeg ik mijn echtgenote. ‘Het is echt levensgevaarlijk als ze de raampjes opendraaien.’
‘Rustig Bart, er gebeurt niks. Jongens, niet aan de ramen draaien. Papa is bang dat hij wordt opgegeten.’
Ik keek haar aan.
‘Rustig maar, die leeuwen zijn tegenwoordig erg kieskeurig hoor’, lachte ze.
‘Maak geen gijn, we zullen niet de eersten zijn.’
‘Zijn er hier al eens mensen opgegeten, Pap?’
‘Jazeker, en ze zijn gek op kinderen met krullen’, grapte ik.
‘Ik heb geen krullen’, riep de jongste vanaf de achterbank. Ik keek in het spiegeltje naar de mooie blonde krullen op zijn hoofd. Hij had zijn handen als camouflage op zijn koppie gelegd.’
‘Ik zal het tegen meneer de Leeuw zeggen.’
‘Het wordt inderdaad wel warm hier’, pufte mijn echtgenote.
‘Het is ook warm buiten’, wist ik.
‘Heb je de kachel aan?’
‘Ja, een beetje, als je zo langzaam rijdt, dan koelt de motor niet goed af.’
‘Typisch Lada’, vond ze.
‘Nee, dat hebben ze allemaal.’ Ik troostte mezelf met deze gedachte terwijl ik de naald van de temperatuurmeter nog steeds zag klimmen.
‘Kijk eens jongens, daar liggen er nog meer!’ Ze wees naar een ander clubje waarvan er één was opgestaan en loom over de weg liep.
‘Hij komt naar ons toe’, riep de oudste enthousiast.
‘Ja, hij eet Lada’s’, grapte ik. Op de achterbank brak lichte paniek uit.
‘Nee hoor, papa maakte maar een grapje.’ Ik keek nog een keer naar het metertje waarvan het rode wijzertje nog steeds onderweg was naar de gevarenzône.
Ik drukte de verwarmingsschuif nog iets verder open en zette de aanjager aan. 
‘Hallo, de leeuwen zijn buiten hoor, hier binnen hoeft het geen tropische temperatuur te worden’, riep mijn echtgenote.
‘Papa, het is hier zo warm, mag het raampje echt niet een beetje open?’.
‘Bart, zet die verwarming uit man, ik smelt.’
Ik begon nu ook te zweten. Angstzweeg want de meter zat nu vast in het rode vlakje.
‘Bart, er komt rook onder de motorkap vandaan!!’, riep ze.
Ik zag het nu ook. En er was maar één uitweg.
‘HOU JE VAST, IK GEEF GAS’, schreeuwde ik. Vervolgens plakte ik mijn hand vast op de claxon. De leeuwen stoven van de weg evenals de bezoekers die net als wij voor een tientje door het park sukkelden.
‘Je mag niet toeteren Papa, dan schrikken de leeuwen en dan worden ze boos!’
Gehuld in een wolk van rook en stoom, schoten we door het parkje,  op weg naar de uitgang. Achterin was de paniek compleet evenals naast mij waar mijn echtgenote de Lada naar Siberië verwenste.
Toen we na een paar minuten veilig door de sluis waren gereden, viel de auto zwaar vermoeid in slaap en weigerde verder alle dienst.
Bij de autopsie bleek de Lada al langere tijd ernstig ziek en tijdens de recente safari-rit alvast inwendig te zijn gecremeerd.
Het safaripark van Burgers Zoo is kort daarna voor alle verkeer gesloten.

Deze column is ook opgenomen in “57 knipogen van een BROMPOT”

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better