‘Hé Bart, kom eens kijken, er zit een duif bij de voordeur’, riep mijn echtgenote.
‘Kan die niet fatsoenlijk aanbellen?’, deed ik grappig.
‘Nee, serieus, er zit echt een duif in het hoekje.’

Ik liep de hal in, keek door het voordeurraam naar buiten en zag inderdaad een grijs verenmonster ineengedoken bij de voordeur zitten.
‘Ach, hij heeft het koud. Zal hij geen honger hebben?’, vroeg ze zich hardop af.
‘Duiven hebben altijd honger. Maar je moet hem vooral niks geven, voordat je het in de gaten hebt, ligt hij naast je in bed.’
‘Ik heb al een grijze duif naast me liggen’, lachte ze.
‘Nee, serieus schat, als je hem nu voer geeft, dan krijg je hem niet meer weg.’ Ik had het idee tegen een kwartel te praten want ze liep naar de garage en kwam even later terug met een zakje zaad. ‘ Gewoon een klein handje, het is zo zielig.’

Tja, en daar ga je dan. Deur open, handje zaad naar buiten, duif aan het pikken.
‘Zie je wel, hij heeft honger’, riep ze enthousiast. Het ding pikte zich een botte snavel en ik meende iets van een glimlach te zien.
‘Stuur jij hem dan weg?’, stelde ik voor.
‘Nou, ik denk dat hij wel uit zichzelf vertrekt’, zei ze.
‘Dat denk ik dus niet. Je hebt hem zojuist verwend en als ik hem zo bekijk, dan is hij helemaal verliefd op je.’
‘Zou hij iets mankeren?’, vroeg ze.
‘Dat gaan we nu beleven’, zei ik. Ik trok de deur open en had een kort onderhoudend gesprekje met hem. Hij nam een jump en vloog weg.
‘Die mankeert niks’, zei ik. ‘Hij heeft alleen veel rommel achter gelaten.’
‘Ach, beetje vegen en het is weer schoon. Zie jij hem nog?’, vroeg ze.
‘Nee, hij is naar huis. Verstandig.’

‘Zie je nou wel, je verwent zo’n duif helemaal niet.’

Toen we wat later in de kamer zaten werd er aan de voordeur gebeld.
‘Het zal toch niet weer die duif zijn?’, lachte ik en liep naar de voordeur en deed open.
‘Hoi meneer, is die duif van u?’ Hij hield een doos in zijn hand waarin ik in het half duister mijn grijze vriend zag zitten.
‘Hoezo van mij?’, vroeg ik.
‘Mijn vrouw liep hier vanmiddag langs en zag dat uw vrouw hem aan het voeren was.’
‘Ja èn?’, vroeg ik.

‘Wilt u uw huisdieren voortaan bij u houden? Ik weet trouwens niet wat voor een rommel ze hem te vreten heeft gegeven maar hij zat bij onze voordeur en heeft de hele boel volgescheten.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better