‘Er wordt vanavond in de kantine een leuke avond georganiseerd’, zei ze. Ze las een foldertje wat ze bij de receptie uit de molen had getrokken.
‘En wanneer wordt die avond gehouden dan?’, vroeg hij. Hij zat buiten voor de voortent in het zonnetje zijn visspullen in orde te maken.

‘Vanavond, dat zeg ik toch.’
‘Lijkt me sterk. Als ze die avond eerst nog moeten organiseren en daarna moeten houden, wordt het wel heel erg laat.’
Ze keek hem hoofdschuddend aan. ‘Je begrijpt best wat ik bedoel.’
‘En wat is “leuk” ?’
‘Ja, gewoon. Allerlei spelletjes, er komt een DJ, je kunt een dansje maken, drankje nuttigen. En dat alles voor vijf euro per persoon. Lijkt het je wat? Mij lijkt het namelijk heel leuk.’

Hij keek op en veegde het zweet van zijn voorhoofd. ‘Wat denk je wat ik hier zit te doen?’, vroeg hij.
‘Ik hoor het al. Jij gaat vissen.’

‘Schat, als ik ergens een pesthekel aan heb dan zijn het van die “leuke” avondjes op een camping. Een tent vol rummikuppende bejaarden, bingo, muziek van Dries Roelbink en volksdansen op geitenharen sokken.’ Hij boog zich weer over zijn koffertje.

‘Jij leeft nog in de jaren zestig’, riep ze. ‘Ik ga in ieder geval wel. Ik denk dat ik de buurvrouw vraag of ze meegaat.’

‘Links of rechts’, vroeg hij.

‘Ja, eh.. wat is het verschil dan?’, vroeg ze. ‘Maakt het jou wat uit?’

‘Rechts zit die eikel die steeds zijn eigen rol WC papier meeneemt als die op de pot moet. En links zit die vent die elke avond strak om acht uur met zijn puntknietjes tegen elkaar een kopje koffie van mama krijgt, met het lepeltje drie keer links en vervolgens drie keer rechts roert, het lepeltje neerlegt, vier keer blaast en dan het kopje aan zijn mond zet en onbeschoft begint te slurpen en te boeren.’

‘Ik ga niet met kerels’, zei ze. ‘De buurvrouw rechts is heel aardig. Ze heet Anja en ze wil vast mee.’

‘Als ze van dat schijthuis mag’, mopperde hij verder.

‘Met wie ga jij eigenlijk vissen?’, vroeg ze.
‘Met Harry. Die zit in die Tabbert achter ons.’
‘Je bedoelt die geblondeerde zeehond? Dan mag je wel oppassen’, zei ze.
‘Zeehond, oppassen? Hoe bedoel je?’

‘Ik vertrouw hem voor geen cent. Hij is kunstmatig blond, blaft als een zeehond en mocht je al een keertje beet hebben, dan pas maar op: hij vreet de vis zo van je haak.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better