‘Ik moet zeggen dat je toch wel goed kunt zien dat Nederland fors vergrijst’, riep Bert.
‘Hoezo? Heb je in de spiegel gekeken?’, vroeg Truus.
‘Leuk, Truus. Leuk. Nee, ik heb eens even een rondje over de camping gemaakt en als je ziet wat er aan nederlandse bejaarden rondwaggelt, dan is dat toch weer meer dan vorig jaar. Laat ik het zo zeggen: de bejaardenberg groeit gestaag.’
‘Ik vind dat je je nogal oneerbiedig uitlaat over onze bejaarde medemens. Het zijn wel de mensen die Nederland na de oorlog hebben opgebouwd. En die gun ik van harte hun pensioen.’
‘O, maar dat doe ik ook, Truus. Ik bedoel alleen maar te zeggen dat je kunt zien dat Nederland steeds grijzer wordt. En dat je dat soms ook kunt voelen’, voegde hij er droogjes aan toe.

‘Wat bedoel je daarmee?’, vroeg ze.
‘Nou ja, vanmorgen reed zo’n opbouwnederlander met een enorme rotgang zijn rollator tegen mijn scheenbeen. Maar geen woord van excuus. Het was echt zo’n gevalletje van “snotneus ga jij eens aan de kant voor ome Jan”.’
‘Nou ja, Bert. Dat kan gebeuren. Je moet er ernstig rekening mee houden dat bij deze mensen het gezichtsvermogen vaak ook terugloopt.’
‘Dat lijkt me in dit geval sterk want deze toerist rijdt in zo’n babyboom-mobiel. Een hagelnieuwe Lexus van een ton. Nee, die mankeert zowel aan zijn portemonnee als aan zijn ogen helemaal niets.’

‘Enig idee waar hij staat?’, vroeg Truus.
‘Ja, vooraan ergens. Zijn vrouw loopt elke ochtend met een paar van die mikadostokken naar het dorp om brood te prikken.’
‘Dat is toch leuk?’, vond Truus.
‘O ja hoor, geweldig allemaal.’
‘Jij mag hopen dat je straks ook nog zo vitaal bent als je die leeftijd hebt bereikt.’
‘Dat duurt nog minstens twintig jaar. Daar maak ik me nog niet druk om’, lachte Bert.

‘Goede ochtend gewenst, u beide’, hoorden ze plotseling een stem achter zich. Bert draaide zich om en keek in het gezicht van de man die hem had aangereden.
‘Goede morgen’, antwoordde hij met enige gereserveerdheid.
‘Ik kom u mijn excuses aanbieden’, zei hij.
‘O?, vanwaar?’,vroeg Bert. Hij voelde zich wat ongemakkelijk.
‘Ja, ik heb u vanochtend met mijn rollator aangereden en heb daar geen enkele aandacht aan geschonken. Toen ik het er met mijn echtgenote over had, vond ze dat ik mij moest schamen.’
‘Dat is toch niet nodig?’, zei Truus.
‘Ja toch wel mevrouw, mijn echtgenote wees mij er terecht op dat er onder de ouderen een vorm van solidariteit hoort te zijn. Uw man en ik vallen namelijk beide onder de categorie van hoog bejaard, en horen elkaar daarom te respecteren. Vandaar mijn welgemeende excuus.’ Hij knikte vriendelijk en sjokte verder.

‘Zeg Truusje’, vroeg Bert na een paar slikmomenten. ‘Hoe zat dat nou met dat afnemend gezichtsvermogen?’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better