Ik zat recent uit beleefdheid bij een vage kennis op verjaardagsvisite. In de volksmond noemen ze zoiets een feestje. Je zit dan min of meer opgehokt met een club medevierders die je helaas niet zelf hebt kunnen uitkiezen. Helaas? Ja, helaas. Zeker in dit geval, want de huiskamer zat vol ééncelligen.

Er zat van dat volk wat geen bevrediging kan halen uit eigen prestaties, omdat die er simpelweg niet zijn, maar een orgasme krijgt van de daden van anderen. Met een enorme trots werd in een door drank gevoede opzwepende superlativiteit gepocht over de activiteiten van familie en van “de kinderen” in het bijzonder. Het ging over vuurwerk…

Met stijgende verbazing hoorde ik het gezwam aan van ouders die hun kinderen voor enige tientallen euro’s per haardos aan vuurwerk doneerden. Met volgepropte plastic tassen de straat opstuurden om vooral het leven van buren twee straten verderop te vergallen.

Of de verhalen van de ritjes naar België waar je van die prachtige rollen duizendklappers kon kopen. En waarvan Piet van Annie er acht van had gekocht en die nu in het schuurtje lagen te wachten op de komst van de kleinkinderen waarvan de jongste inmiddels al vijf was en het fantastisch vond. Hij mocht er dan óók een aansteken… Samen met opa.

Ook ene Arie kwam los. Na drie borrels had hij zijn hersencel wel op het voor hem hoogst haalbare niveau gezet. Hij schoof naar het puntje van de stoel en begon toen over de lawinepijlen van kleinzoon Arend. De lawinepijl kwam uit de militaire dump, wist hij. En het gaf een enorme knal. Zo hard, dat je de ramen voelde trillen. Maar uiteraard waren ze niet echt gevaarlijk want ze werden in de Zwitserse Alpen door de overheid gebruikt. En dus goedgekeurd. “Bovendien is er hier helemaal geen gevaar voor lawines, we hebben een groene kerst dus waar hebben we het over”, grapte hij. Er werd geschaterd. Die Arie.

Ik probeerde nog iets over het risico op oog en vingerletsel. Dat er elk jaar weer meer mensen naar de eerste hulp moesten. Het werd weg gelachen. Ene Wesseley maakte nog het sukkelgrapje door drie vingers omhoog te houden: “vijf bier voor de mannen van de houtzagerij”, schreeuwde hij blij. De club schaterde.

De verjaardag kroop verder met het nieuws rond de vondst van levensgevaarlijke explosieven in de kruipruimte van een woning. Daarbij werd er vooral gediscussieerd over het feit dat het was gevonden. En dat het erg stom was van de eigenaar dat ie zich “had laten pakken”.

Ik nam afscheid. Had voldoende beleefdheid getoond. Terwijl ik naar huis reed moest ik aan de veiligheid van mijn eigen kleinkinderen denken. Misschien zouden we in dit land tijdens de decembermaand eens wat minder moeten zeiken en zeuren over de kleur van ene Piet en energie steken in een discussie waar de mensheid uiteindelijk écht iets aan heeft: wel of geen vuurwerk.

Dan kan de visite tijdens de volgende verjaardag misschien eens over écht belangrijke zaken lallen. Tenminste, als ze vóór die tijd al niet collectief zijn ontploft..

Bart

Copyright Brompot december 2016

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better