‘Het regent’, riep mijn echtgenote.
‘Klopt’, stelde ik vast.
‘Hoezo “klopt”? Zit je mij nu te controleren?’, Ze klonk verontwaardigd.
‘Nee, maar ik zag het ook. En ik wilde het net opmerken. Maar jij was mij voor.’
‘Ik wilde vandaag wat in de tuin doen.’
‘Ja’, zei ik. ‘Daar zou ik dan maar even mee wachten.’
Ze keek me ietwat teleurgesteld aan.
‘Wat zit je me nu aan te kijken?’
‘Vroeger trok je spontaan zo’n geel zeiljack aan’, zei ze. ‘En laarzen. En dan ging je ondanks de nattigheid toch de tuin in. Dat deed je voor mij.’
‘Wie? Ik?’ Ik kon me dat niet voorstellen en zei het. ‘Echt niet.’
‘Man, je was niet te houden. Wat dat betreft is er wel wat veranderd.’
‘Wanneer was dat dan?’, wilde ik weten.
‘Lang geleden. Ik heb er zelfs een foto van.’
‘Laat zien.’
‘Op zolder, schat. Daar heb ik nu geen tijd voor.’
‘Dat moet dan vanwege een speciale gelegenheid zijn geweest. Was er iets bijzonders aan de hand?’
‘We waren toen net getrouwd. Je liep nog over van energie.’
‘”Nog?”
‘Hoe bedoel je?’, wilde ze weten.
‘Je zei net dat ik “nog” overliep van energie. Nu niet meer?’
‘Nee, het grote vuur is in de loop der jaren wel gedoofd. Laat ik het zo zeggen: de gaskraan zit bijna dicht. Er brandt nog slechts een armetierig spaarbrandertje.’
Ik vond dat ik moest zuchten en deed het.
‘Dát was een diepe zucht’, stelde ze vast.
‘Ja, leuk dat je het allemaal op zo’n onleuke manier brengt.’
‘Ja schat, de waarheid is soms hard. Ik zou het resterende vuurtje maar goed bewaken’, lachte ze.
‘Dat doe ik ook. Daarom ga ik met regen de tuin niet meer in.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better