‘Best gezellig zo’n dagje weg van de camping’, merkte mijn echtgenote op toen we van het kampement wegreden.
‘Ja hè’, blaatte ik met enig heimwee in mijn achterhoofd.
‘Of niet soms?’ Mijn weggestopte heimwee naar de campingrust was blijkbaar tóch iets zichtbaar.
‘O nee hoor. Ik vind het wel effe leuk zo’, jokte ik sociaal.
‘Effe leuk? Zoiets van een uurtje?’, vroeg ze.
‘Ach nee, gaat toch niet om de duur?’, lachte ik en kneep speels in haar been.
‘Ik ken jou’, hoorde ik naast mij.

Toen we wat later met een ijsje in de hand over de boulevard flaneerden, vroeg ik mij openlijk af of ik me nu “God in Frankrijk” moest voelen of gewoon de Hollandse toerist op zoek naar koopjes. Volgens mijn echtgenote was de “God optie” toch iets te hoog gegrepen.

‘Wat een leuke winkeltjes!’, riep ze vrolijk toen we de eerste hadden gehad en ik tevergeefs naar het zichtbare eind van de straat zocht.
Winkeltje twee was iets met schepnetjes en petjes, winkel drie tot en met tien waren gevuld met tattooartiesten, schoenen, gebreid ondergoed en iets met chinese lampjes en amerikaanse kapjes. Daarna volgden winkel elf tot en met tweehonderd, afgeladen met kleding.
‘Ja hoor echt leuk’, zei ik met iets van een snikje in mijn stem. De moed vloeide in een putje vóór winkel elf. We gingen naar binnen.

‘Je staat er weer lekker geïnteresseerd bij’, merkte mijn echtgenote vrolijk op terwijl ze tussen de kledingrekken struinde.
‘Wat dan?’, wilde ik weten.
‘Nou ja, één hand in de zak, telefoon in je andere hand en blik op oneindig…’
‘Wat moet ik dan?’, vroeg ik. ‘Onze smaak matched niet. Jij hebt afwijkende opvattingen.’
‘Nou schat, aan mijn smaak mankeert gelukkig niks’, zei ze.
‘Mooi, dan heb je mijn hulp ook niet nodig.’
‘Waarom kijk je dan zo chagerijnig?’
‘Ik ben bang voor het domino-effect.’
‘Wat mag het domino-effect dan wel wezen?’, vroeg ze.

‘Zo’n typisch vrouwelijk dingetje. In winkel één kopen ze een heel goedkoop rokje, dan moet er nog iets bijpassends op uit winkel twee, dan hoort er nog een sjaaltje bij uit winkel drie, leuke schoentjes uit winkel vier, een tasje uit winkel vijf, kettinkje met hanger uit zes en dat loopt zo door tot het eind van de winkelstraat om daar tot de coclusie te komen dat het rokje tóch niet zo leuk is en wordt teruggebracht. En met zo’n kruistocht in het vooruitzicht  mag ik niet chagerijnig kijken?’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better