Brompot’s korte campingverhalen (uit: Vive la France 2018)

Brood

‘Tjonge jonge Truus, het lijkt verdorie wel of ik lid ben geworden van een wandelclub.’
‘Omdat je een eindje moet lopen? Wel lieve schat, als je een ontbijtje wil scoren zul je wel moeten. Wie had ook alweer vergeten brood te bestellen?’
‘Ik ben het niet vergeten, maar ik heb er niet aan gedacht’, riep Bert buiten adem. ‘Loop toch gloeiende gloeiende niet zo hard, mens.’
‘Je bent vergeten er aan te denken, Bert Jansen, en dan moet je op de blaren lopen. Kom op, gas erop anders ligt de handel alweer te maffen.’ Truus zette nog een keer extra aan en Bert liep er zwaar puffend achteraan.

‘We konden toch ook met de auto?’, jammerde hij.
‘Nee, want dat straatje is te smal. Je kunt daar niet goed parkeren.’
‘Hoe doen die Fransen dat dan?’, wilde hij weten.
‘Nou ja Bert, er rijdt hier geen auto zonder deuk. Dat risico gaan wij niet nemen voor dat kilometertje.’ Hij stopte nu.
‘Heel even, schat, ik ben echt kapot. Dat laatste rosétje bij Tiny en Hans gisteravond had ik niet moeten nemen.’
‘Het zit ‘m niet in dat glaasje maar in je conditie. Je doet de laatste tijd helemaal niets meer aan beweging.’
‘Ho ho, wacht even, Truus Jansen. Ik lig elke dag in het zwembad.’
‘Ja, op een luchtbed wat ik dan eerst nog moet opblazen vanwege jouw luchtgebrek.’
‘Kan ik toch niks aan doen? Dat heeft dit type nu eenmaal.’

‘Nou, zullen we dan maar weer?’, stelde ze voor. Ze wachtte het antwoord niet af en zette zichzelf weer in beweging. Bert schudde zijn hoofd en sukkelde er achteraan.
‘Ik snap niet dat ze op de camping niet even op de lijst hebben gekeken’, riep Bert.
‘Hoezo?’
‘Dan hadden ze kunnen zien dat wij geen brood hebben besteld en hadden wellicht zelfinitiatief kunnen nemen en onze naam erbij kunnen schrijven.’
‘Onzin, Bert. Je probeert jouw fout af te schuiven op de camping.’ Ze liepen langs een bankje.
‘Als ik hier nu even wacht, dan loop jij door en haak ik op de terugweg weer aan. Goed?’ Ze stopte en keek hem aan. ‘Jij maakt een fout en ik mag het oplossen? Helaas Bert Jansen, daar trappen wij niet in.’

Toen ze wat later terug op de camping langs de receptie liepen, stapte Bert nog even naar binnen. Toen hij kort daarna weer naar buiten kwam had hij drie broden onder zijn arm.
‘Hoe kom je aan al dat brood?’, vroeg Truus verbaasd. Of hebben ze nu tóch aan ons gedacht.’
‘Nou, eh… weet je nog van die keren dat we op het laatste moment toch géén brood nodig hadden? Omdat jij vroeg naar de markt wilde?’
‘Ik heb er toen niet aan gedacht om te annuleren. Maar de kanjers hebben tóch aan ons gedacht en het allemaal bewaard.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better