‘Truus, weet jij waar mijn zonnebril is gebleven?’, vroeg Bert vanuit de gang.

‘Kijk eens achter je kont? Daar wil je nog wel eens iets laten slingeren’, antwoordde ze vanuit de keuken.
‘Serieus, ik ben hem al een tijdje kwijt.’ Hij liep nu de keuken in.
‘Ja hoor eens Bert, het zijn jouw spullen. Daar moet je zelf op letten.’
‘Oké, en daarmee ontsla je jezelf van elke vorm van medeverantwoordelijkheid?’, mopperde hij.
‘Wat loop je nou te zwammen Jansen? Het is toch jóuw bril? Die heb ik niet gehad!’
‘Kon toch zijn dat je hem ergens had zien liggen?’
‘Dan had ik dat wel gezegd. Man, je bent ook altijd van alles kwijt.’
‘Jij niet dan? Misschien ligt hij wel naast die hema-ketting van je die je al drie jaar zoekt.’
‘Hema-ketting? Je bedoelt die “dure” ketting die ik met moederdag heb gekregen? Was die van de Hema?’
‘Ach, weet ik veel. Ik roep maar wat.’ Hij lachte zuur.
‘Die heb ik al lang terug.’
‘O? En waar lag die dan?’, wilde hij weten.
‘In het naaimandje.’
‘Oké. En mijn zonnebril lag er niet naast?’ 
‘Nee, natuurlijk niet. Heb je hem niet in de caravan laten liggen?’
‘Hoezo? Heb jij hem daar zien liggen dan?’
‘Hallo, ik roep ook maar wat.’
‘Inderdaad Truus. Je roept maar wat!! Ik weet niet of het je is opgevallen, maar de caravan staat al een maand op stal. Dus dat kan niet.’
‘Hoe lang ben je hem al kwijt dan?’
Bert haalde zijn schouders op. ‘Weet ik veel. Ik heb hem de laatste tijd niet nodig gehad.’
‘Dus dan zou hij toch wel in de caravan kunnen liggen!!’, stelde ze. ‘Misschien in het kastje boven het bed?’
‘Dit is echt onzin, Truus. Daar heb ik hem nog nooit neergelegd.’
‘Nee, jij misschien niet, maar ik wel.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better