‘Wie was dat aan de deur?’, vroeg mijn echtgenote terwijl ze de kamer binnenkwam.

‘O, twee knulletjes van de padluizerij of zoiets. Heitje voor een karweitje.’
‘Heitje voor een karweitje? In deze tijd van het jaar?’
‘Ja, dat is toch niet seizoensgebonden?’ Ik kon me dat van vroeger niet herinneren.
‘En wat voor een karweitje heb je ze laten doen?’, vroeg ze.
‘Bladeren vegen voor het huis. Ze zijn nu druk bezig.’
‘En heb je ze ook al betaald?’
‘Ach ja, maar geen heitje hoor. Daar komen ze tegenwoordig het bed niet voor uit.’
‘Wat heb je ze gegeven dan?’
‘Vijf euro de twee. Knaak per knul. Maar ze ruimen het ook netjes op en de bladeren brengen ze naar de korf.’
‘Welke korf?’, wilde ze weten.
‘Die van de gemeente. Die zetten ze elk jaar neer toch? Voor blad.’
‘Dat doen ze al jaren niet meer.’
‘Niet?’ 
‘Nee, niet.’ Ze liep naar de keuken en keek naar de werkzaamheden.
‘Ze vegen eikenbladen op’, meldde ze.
‘Ja, mooi hè!’
‘Geweldig. Vooral als er in vijf kilometer omtrek geen eik te vinden is.’
‘Dan zal het wat anders zijn’, bedacht ik.
‘Nee, het is eikenblad. Ze stoppen het nu in een vuilniszak.’
‘Opgeruimd staat netjes, toch? En zo kunnen ze mooi een zakcentje verdienen.’
‘Klopt. Ze gaan nu met hun verdienmodel nu naar Agnes.’
‘Verdienmodel? Wat bedoel je?’
‘Nou, terwijl de één aanbelt, strooit die andere de net bij ons opgeveegde bladeren over de stoep.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better