‘Je hebt de verkeerde jam gekocht, Bart. Er stond aardbeienjam op het briefje.’

‘En wat heb ik gekocht dan?’, vroeg ik ietwat chagrijnig vanwege het commentaar.
‘Kersen. En dat is heel wat anders.’
‘Komt door dat mondkapje. Mijn bril beslaat in de winkel en dan zie ik niks.’
‘Onzin. Je hebt gewoon niet goed opgelet. Ik wil geen kersenjam.’ 
‘Schat, die klotekapjes benemen je niet alleen je adem, maar ook je zicht. En het is raar dat jij daar geen last van hebt.’
‘Het ligt eraan hoe je dat kapje opzet.’
‘Nou, dat doe ik volgens mij wel goed. Eerst mijn linkerbeen en dan mijn rechter…’
‘Moet ik hier serieus op ingaan?’, vroeg ze.
‘Jij wil geen kersenjam’, zei ik.
‘Als je dat kapje nou eens rustig opzet. Eerst flink uitademen. Doe eens?’
Ik ademde uit.
‘Pak je nu je kapje. Pak maar!’
‘Dan ben ik ondertussen al overleden vanwege ademgebrek’, klaagde ik terwijl ik diep inademde.
‘Ja, sufferd, en het is nu mislukt. Waar heb je dat kapje?’
‘Hier, in mijn zak.’
Ik trok hem aan de stiekjes tevoorschijn.
‘Oke, nog eens. Flink uitademen en dan het kapje stevig over je neus trekken. Tot vlak onder je ogen. En nu inademen.’
Ik zoog wat lucht.
‘Bril opzetten, over het kapje. Zo, en nu uitblazen.’ Ik blies.
‘Zie je, ze beslaan niet meer. En nu gewoon rustig verder leven.’
‘Mag hij nu af?’, vroeg ik.
‘Nee, want je gaat nu het potje ruilen.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better