‘Die Hendriks van verderop kwam net voorbij gesukkeld. Het is en blijft toch een echte ambtenaar hoor’, merkte ik vanuit de keuken op. Ik stond voor het raam. 

‘Hendriksen?’, vroeg mijn echtgenote.
‘Ja, die bij waterstaat heeft gewerkt. Die naast Joop woont.’ Soms moet je iets verduidelijken. Vrouwen hebben dat nodig.
‘Die woont toch niet naast Joop? Daar woont die Rotterdammer.’
‘Juist. En die heet Hendriksen, heeft bij rijkswaterstaat gewerkt en loopt nu net langs.’
‘Daar geloof ik niks van’, zei ze eigenwijs.
‘Wat geloof je nou niet? Dat hij Hendriks heet, uit Rotterdam komt, bij waterstaat heeft gewerkt, een ambtenaar is cq was, dat hij naast Joop woont of net langsliep. Keuze genoeg. Roept u maar.’
‘Hou toch op man’, mopperde ze terug.
‘Dat antwoord zat niet in het keuzepakket. Je mag nog twee keer proberen’, grapte ik.
‘Bart, die man van rijkswaterstaat woont op de hoek. Ik heb daar wel eens een busje zien staan.’
‘Dat zegt niks. Dat busje hoeft toch niet persé voor het huis geparkeerd te worden?’
‘Nee, maar hij liep daar naar binnen. Dus…’
‘Misschien was het zijn broer. Dat hij toevallig ook bij waterstaat werkt. Dat kan toch?’, hoorde ik mijzelf roepen.
‘Volgens mij is dat die van Hermans. Zij zit bij mij op de haakclub. Ja, nu ik er zo over nadenk: hij heeft inderdaad bij waterstaat gewerkt. Ze heeft het er al eens over gehad. Hij is met pensioen en nu thuis.’
‘Dus hij past in het daderprofiel?’, vroeg ik ietwat gepikeerd. ‘Trouwens, daar komt hij weer aan. Blijkbaar boodschapje gedaan.’ 
Ze kwam nu naast me staan en keek naar buiten.
‘Sorry Bart, dat is meneer Hansen. Die komt hier uit de stad, heeft bij de slagerij gewerkt en woont naast Frits en Berdien.’ 
Het laatste woord was gevallen. Ik gaf mij over. 
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better