‘Wat is dat toch een leuk programma’, zuchtte mijn echtgenote toen de aftiteling in beeld kwam.

‘Waar heb je naar gekeken dan?’, vroeg ik vanuit mijn man-cave ergens achter in de kamer.
‘De mol. Dat dat zo’n leuk programma is!’, herhaalde ze. 
Ik moest er even over nadenken.
‘Hebben ze hem al?’, vroeg ik.
‘Wie?’
‘Die mol. Daar gaat het toch over?’ 
‘Nee, natuurlijk niet. Daar moeten ze nog naar zoeken. Maar Glen is er nu uit.’
‘En wie is Glen?’, vroeg ik.
‘Dat is een kandidaat.’
‘O, en die kon hem niet vinden?’ Ik vond het wat raar.
‘Man, ga jij even lekker caven.’
‘Maar hoe zit dat dan?’ 
‘De kandidaten moeten na wat leuke activiteiten een test doen. Vragen over de mol. En degene met de slechtste uitslag moet naar huis.’
‘En als de mol dan de slechtste is?’, vroeg ik vanuit mijn simpelheid.
‘Die blijft natuurlijk altijd in het programma. De mol gaat nooit vroegtijdig naar huis. Anders is het spel voorbij.’
‘Kijkt je moeder ook?’, vroeg ik.
‘Hoezo? Wat moet je nou weer met mijn moeder.’
‘Kopieergedrag?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou ja, als je moeder hier op visite is bekruipt mij ook het gevoel een mol in huis te hebben.’
‘Mijn moeder als mol. Man waar haal je het vandaan!’, riep ze ietwat geïrriteerd.
‘Je kan er enorm veel en lang last van hebben’, vond ik.
‘Waar last van hebben?’
‘Van een mol. Die gaan namelijk nooit vroegtijdig naar huis.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better