‘Het is druk met de ganzen’, merkte de bewoonster van 51 op. Ze kwam langsgelopen met een boodschappentas in haar hand.

‘Ja, het is zeker druk’, beaamde ik terwijl ik naar het overbevolkte weiland staarde.
‘Het is zeker broedseizoen’, veronderstelde ze. ‘Of denkt u niet?’
‘Nou ja, broeden in de winter lijkt mij geen goed plan’, zei ik met een lach.
‘Ik ben in September geboren. Tel maar negen maand terug. Hoezo Januari geen broedseizoen?’ Ze lachte fijntjes.
‘Kijk dat mannetje daar!’, ze wees nu op een gans die flink met zijn vleugels wapperde.
‘Die is bezig met een teststart’, constateerde ik. ‘Die gaat er zo vandoor.’
‘Nee hoor. Die is bezig met een paringsdansje. De vrouwtjes staan om hem heen hem aan te moedigen.’
‘Ik zie geen verschil tussen een mannetje en een vrouwtje. Wat zijn de verschillen?’
‘Een mannetje danst, een vrouwtje observeert. Kijk maar!’ Ze wees opnieuw.
‘Ik vind het monsters. Ze maken een enorme herrie en schijten het weiland vol.’
‘U was toch Hagenees?’, vroeg ze.
‘Ja, een rasechte. Hoezo?’
‘Dan kan ik het u niet kwalijk nemen dat u zo reageert. In Den Haag hebben ze vast geen ganzen’, suggereerde ze.
‘Al eens op het binnenhof gekeken?’, vroeg ik.
‘En toch weet ik zeker dat ze in Januari paren’, zei ze. 
‘Nou ja, het zou kunnen. Misschien verklaart dat de vele soorten.’
‘Vele soorten? U doelt bijvoorbeeld op de Rotgans?’
‘Nou, bij paring in Januari denk ikzelf meer aan de uiteindelijke geboorte van een Dommegans.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better