‘Ik kwam net een oude bekende tegen’, meldde ik.

‘Wie?’, vroeg ze. De nieuwsgierigheid was gewekt.
‘O, die ken jij niet. Ruim voor jouw tijd hoor’, zei ik. ‘Heb je al koffie?’
‘Dan moet het wel een héle oude bekende zijn. Maar hoe heet hij?’
‘Ronnie. Ronnie Peters van de slager uit de Kerkstraat. Maar die slagerij bestaat niet meer hoor.’
‘Dat meen je. Ronnie Peters? Die met dat rode haar?’
‘Hij is grijs. Maar hij was ooit goed bij kleur. Ken je hem?’
‘Of ik hem ken? Man, die heb ik ooit nog les gegeven.’
‘Jij? Lesgeven?’
‘Ja, hoe je een vrouw moet kussen. Dat wist hij toen nog niet.’
‘Heb jij hem gekust? De Ronnie Peters?’ Ik was verbaasd. ‘Zoiets kus je toch niet?’
‘Ja, en ik kan het me nog zó goed herinneren!’, zuchtte ze. ‘Het was een hele ervaring.’
‘Ronnie Peters kussen. Hoe kom je erop. Kon je niks beters krijgen?’, vroeg ik een beetje cynisch.
‘Hoezo iets beters? Er was helemaal niks mis met deze Ronnie.’
‘Lieve schat, het was een enorme kwal. Arrogant tot op het bot.’
‘Nou, dat vond ik dan niet.’ Ze stak haar tong.
‘Toch denk ik dat die kuscursus van jou een behoorlijke psychische schade heeft aangericht.’
‘Schade?’, lachte ze. ‘Hoezo schade?’
‘Nou ja, hij is voor altijd vrijgezel gebleven en woont nog bij zijn moeder.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better