Brompot’s korte campingverhalen (40)

Familievisite

‘Morgen Arend. Alles goed?’, vroeg Bert. ‘Je kijkt wat moeilijk’
‘Morgen Bert. Laat ik het zo zeggen: alles is wel héél veel. Maar, ik ben altijd positief ingesteld dus er is best veel goed.’
‘Mooi’, zei Bert en wilde zich omdraaien.
‘Mijn schoonmoeder komt vandaag en blijft een nachtje logeren.’ Het klonk alsof er een molensteen om zijn nek hing.
‘Dat meen je’, lachte Bert. ‘Is gezellig toch?’
‘Ja hoor, heel gezellig.’ 

‘Ga jij nog vissen vanmiddag?’, vroeg hij.
‘Dan moet je wel héél wanhopig zijn, Arend’, lachte Bert.
‘Valt mee. Maar ik zit liever met jou aan het water dan dat ik al haar ellende in de herhaling krijg.’
‘Ellende?’
‘Ach man, dat wil je niet weten. Weet je hoeveel last je kunt hebben van kalknagels?’
‘Nee, hoezo?’
‘Dat bedoel ik dus. Ga er maar een uurtje bijzitten. En dan krijg je meteen gynaecologische les op gebruikersniveau.’ Hij bleef sip kijken.
‘En je schoonvader?’, vroeg Bert.
‘Die was verstandig. Die heeft twintig jaar geleden zijn koffers gepakt. Prima kerel, ik zie hem af en toe nog wel eens.’

‘Ik moet zeggen, Arend, dat ik weinig te klagen heb. Natuurlijk zeurt ook mijn schoonmoeder de bladeren van de bomen, zelfs in het voorjaar, maar ik heb er mee leren omgaan.’
‘O, zijn daar cursussen voor? Dan schrijf ik me snel in. Ik heb namelijk het gevoel dat ze minimaal honderd wordt en mij gaat overleven.’

‘Arend, ben jij buiten?’, hoorden ze de stem van Lies.
‘Jazeker schatje. Hoezo? Moet ik de rode loper al uitrollen?’ Bert moest lachen. ‘Succes Arend, en als je mee wilt vissen, roep dan maar. Dan vraag ik bij Truus een vrije middag aan.’ Hij stak lachend zijn duim.

‘Zo, die Arend van hiernaast krijgt vandaag zijn schoonmoeder op visite. En het ding blijft nog slapen ook.’
‘O, gezellig toch? Ik zal Mama ook eens bellen. Ze was nog van plan om te komen.’
‘Moet dat?’, vroeg Bert.
‘Hoezo niet?’
‘Nou ja, we zijn nu op vakantie. Lekker gezellig met zijn tweetjes. En dat is ook wat waard, toch?’ 
‘Bert, we hebben ook nog iets als een sociale plicht in de richting van mijn moeder.’
‘Dat zal schatje, “in de richting van” je moeder. Maar aangezien ze aan een doodlopende weg woont, is er niks mis mee om een andere afslag te nemen.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better