‘Fijn dat we eens even van de snelweg af zijn. Ik heb op een gegeven moment echt genoeg van dat gezoef.’
‘Welk gezoef?’, vroeg ik naar de “bekende weg”.’
‘Vrachtwagens. Met de caravan erachter is dat een drama. Ze halen je in en zoeven langs je oren.’
Ik vond dat ik mijn schouders op moest halen en ik haalde ze op. ‘Ik heb er geen last van hoor’, zei ik.
Ik meende het oprecht. Ik ben meer van de firma plankgas: poot op het pedaal en zo snel mogelijk van A naar B. Mijn vriend Tom van TomTom is het wat dat betreft roerend met mij eens en werkt daar enthousiast aan mee.

‘En het is zo toch veel leuker! Dwars door de Franse dorpjes. Het is net of hier de tijd heeft stil gestaan.’
Dat was ik roerend met haar eens. Kapotte wegen, smalle doorgangen, onmogelijke bochten… inderdaad honderd jaar terug.
‘Ik moet zeggen dat het eruit ziet alsof Napoleon net voorbij is gereden’, zei ik.
‘Ja toch? Zo leuk!’ Ze was helemaal entousiast en ik moest oppassen dat ze niet doorschoot. We hadden uiteindelijk maar zes weken….
‘Maar het is wel heel vermoeiend voor de chauffeur’, zei ik en gaapte.
‘Nou ja, je kunt straks een weekje of vijf bijkomen!’
Ik rekende en voorzag een lijdensweg van afgerond een week.
‘Maar we kunnen toch ook afwisselen? Af en toe een dorpje en dan weer snelweg’, dtelde ik voor.
‘Dat vind ik teveel gedoe met die tolwegen.’
‘Maar dan kun je wel lekker opschieten’, zei ik gepast vrolijk.
‘We hoeven niet op te schieten toch? Kijk dan, hoe leuk hier. Een dorpsplein. Een echte sociale ontmoetingsplek. Jeux de boullebaan…’
‘Hij ligt in de weg. Ik moet er helemaal omheen manouvreren.’
TomTom oogde nu wat overstuur. Hij tolde in het rond.
‘Je moet hier rechtdoor’, zei ze. Er lag inmiddels een kaart bij haar op schoot.
‘Oké, en dan?’
‘Gewoon doorrijden. Ach kijk, wat een leuk bloemenzaakje. Kijk dan.’
‘Ik moet op de weg letten.’
‘Gewoon nog rechtdoor en dan schuin links, schat.’
‘Tom vindt van niet. Die gaat voor de optie van rechtdoor.’
‘TomTom is van de snelweg. Ik van de dorpjes. Schuin links. Nu!’
‘Oké, daar gaan we!’, deed ik recalcitrant. Ik drukte de richtingaanwijzer naar links en schoot de zijweg in. De caravan volgde braaf.
‘Wat een leuk straatje!’, riep ze cultureel.
‘Ja hè’, riep ik en moest gedwongen op de rem.
‘Waarom stop je nu?’, vroeg ze.
‘De weg gaat niet verder. Doodlopend. Had trouwens maar een bloemetje gekocht bij dat leuke bloemenzaakje. En o ja: pak meteen even de ACSI kortingskaart.’
‘Hoezo?’, wilde ze weten.
‘We staan de komende zes weken hier op het kerkhof.’

Bart.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better