‘Waar wil je de boodschappen hebben?’, vroeg ik mijn echtgenote terwijl ik mijn mondkapje op het kastje deponeerde.
‘Op het aanrecht. Wat is dat nou, gebruik jij je mondkapje nog?’, vroeg ze verbaasd.
‘Ja, en ik blijf dat ook doen. Dan kan ik redelijk anoniem door de winkel sjouwen.’
‘Hoezo anoniem? Voor wie?’
‘Voor de buurt. Ik word zo vaak lastig gevallen.’
‘Pffft uitslover. Alsof je zo bekend bent.’
‘Nou ja, ik kan beter een kapje op dan dat ik steeds achter een schap moet wegduiken.’
‘Man, waar heb je het over!’
‘Neem die van veertien. Die liep los in de winkel. En als die je op de korrel heeft, dan berg je maar.’
‘Ze is best aardig. En je hebt haar de laatste tijd wat vaker gezien omdat ze thuis heeft gewerkt.’
‘Klopt. En succesvol. Ze is nu zwanger.’
‘Man, ze is zestig. Hoezo zwanger?’
‘Dan is het van die van die andere veertien. Straat hierachter.’ 
Ze schudde haar hoofd. ‘Hoe dan ook: Coronamaatregelen zijn voorbij. In de winkel hoef je geen mondkapje meer te dragen en dat geldt dus ook voor jou, Bart!’
‘Ik zal het onthouden, schat.’ Ik lanceerde een luchtkusje. ‘Doen we nog een rondje koffie?’
‘Dan even voor de planning’, meldde ze wat later met een kop koffie in haar hand.
‘Planning? Hebben we een planning?’
‘Ja, jij zou deze week met de garage aan de gang. Opruimen, schoonmaken. Kortom: werk aan de winkel.’
‘Nou dat dacht ik niet’, zei ik.
‘En waarom niet, meneer Bart?’
‘Volgens jou zijn de coronamaatregelen jou toch opgeheven?’
‘Ja, en?’
‘Nou ja, verplicht thuiswerken hoeft niet meer.’
Bart
Copyright Brompot columns en korte verhalen juni 2021

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better