‘Morgen Ans’, riep ik tegen een bekende buurt-hondenuitlaatster die met haar doedelpoedel of poedeldoedel langs kwam huppelen. Ik stond met mijn fiets aan de hand in de voortuin klaar om op te stappen.

‘Morgen Bart. Alles goed?’, vroeg ze.
‘Ja hoor. Ik had geen enkele fout’, lachte ik.
‘Goh, wat heb je een leuke lampjes in de tuin. Echt gezellig!’
‘Ja hè. Ze zijn eigenlijk van onze buurvrouw. Die had nog een stukje over en toen mocht ik dat tegen de garagerand timmeren.’
‘Leuk idee. Je zou ook nog een lampjesnet over dat dennetje kunnen spannen.’ Ze wees naar ons armetierige denneboompje in het midden van de grinttuin.
‘Dat had gekund. Maar daar hebben we niet voor gekozen. Trouwens, je hond staat heel erg tegen onze heg te pissen.’
‘Ik zie het. Mag niet hè Priegel.’ Ze gaf een rukje aan de riem.
‘Priegel? Heet je hond Priegel?’, vroeg ik verbaasd.
‘Ja, leuke naam toch?’
‘Hoe kom je in Godsnaam aan Priegel?’
‘Gewoon. Toen hij bij ons kwam zag hij er uit als een Priegel. Vandaar.’
‘En wat is een Priegel?’ Ik had er nog nooit van gehoord.
‘Dat weet ik ook niet. Maar dat is toch niet zo erg? Als het beestje maar een naam heeft.’
‘Hij plast wel veel voor een Priegel’, stelde ik vast. Hij had zijn poot opnieuw ingetrokken.
‘Kijk, je begint al aan zijn naam te wennen. Dat hebben we uiteindelijk allemaal. Ze moesten vast ook aan jouw naam wennen, Bart’, lachte ze.
‘Dat denk ik ook. Maar er valt toch een duidelijk verschil te bespeuren.’
‘O ja?’
‘Ja. Ik stond tijdens het wennen niet steeds tegen de heg te pissen.’
Bart
Copyright Brompot columns en korte verhalen december 2020

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better