Als ik tegenwoordig een winkel binnenloop om iets aan te schaffen wat ik normaal gesproken niet aanschaf, dan loop ik meteen naar een herkenbare medewerker. Zo voorkom ik een lange zoektocht waarbij ik uiteindelijk toch nog moet vragen waar ze de spullen hebben verstopt. In dit geval zocht ik een muis waarmee ik mijn laptop opdrachten kon geven. Normaal gesproken doe ik dat door met mijn vinger over zo’n schaatsbaantje te wrijven en te drukken. Maar aangezien mijn vinger de laatste jaren wat stijver en minder gevoelig is geworden, leek het mij zo dat het met een muis een stuk gemakkelijker zou gaan. Vandaar.

Ik huppelde dus de winkel-van-sinkel binnen en trof meteen al een multifunctionele medewerkster die op een plastic verhoging bezig was het bovenste schap te ordenen. Ik ging bij haar staan en keek wat hongerig omhoog maar dat had geen direct effect. Aan haar oor ontdekte ik zo’n telefoonding, zo’n oortje, waarmee je draadloos met de wereld kan communiceren. Ik kuchte een keer. Geen reactie in mijn richting maar ze begon nu wel te praten.

‘Mam, als hij huilt dan moet je hem gewoon laten huilen. Niet oppakken, dan verwen je hem’. Ze bleef bewegingsloos naar het schap staren. ‘Nee, niet oppakken zeg ik. Leg hem nu maar meteen terug en duw er een speentje in. Een speentje. Nee, een SPEENTJE. Juist, die ligt op de commode. Ja, ik wacht wel even. Wat zeg je? Ja, beetje doorduwen. Heb je hem wel eerst nat gemaakt? Mam, als hij te droog is krijg je hem er niet in. Even zelf in je… juist. En nu erin.’ Ze slaakte een zucht. ‘Stil? Mooi. Dan nu zijn kamertje uit en laten liggen. Gaat ie vanzelf slapen. Oké, tot straks.’

Ik vermoedde dat het gesprek nu klaar was, schraapte mijn keel en wilde nét over mijn muis beginnen toen ze wederom contact had. ‘Met Janny. Ja, ik sta hier in de servetten. Kun je Joost niet vragen?’ Ik begreep dat er ook ergens een Joost moest rondlopen. ‘Els, wacht even, ik heb telefoon.’ Ze drukte op haar oor. ‘Ja mam, wat is er? Die liggen in het kastje op zijn kamertje. Onderin. Slaapt hij nou of niet? Oké, mooi, ik ga weer gauw aan het werk. Ben hardstikke druk. Doei’ ze schakelde met haar vinger. ‘Ja, Els, ben je er nog? Joost heeft geen tijd? Oké dan kom ik er wel weer aan.’

Ze sprong van de aardappelbak en wilde ontsnappen. Maar dat liet ik niet gebeuren.
‘Mag ik u iets vragen, juffrouw?’, vroeg ik terwijl ik breeduit de doorgang versperde. Ze aarzelde maar bleef toen toch even staan.
‘Ik zoek een muis voor op de computer.’ Ze haalde na één seconde haar schouders op. ‘Ik heb geen idee, maar een gang verder staat mijn collega. Die weet het precies.’ Ze wees naar het paralelle gangpad. Terwijl ze wegliep begon ze opnieuw te praten. ‘Ja, met Janny, wat is er nou weer? Ik heb toch gezegd dat ik eraan kom.’ Hoofschuddend liep ze weg.

In de gang ernaast ontdekte ik tussen het publiek een medewerker. Dat moest de Joost zijn. Ik liep naar hem toe en knikte een keer. Hij knikte terug. ‘Ik zoek een muis voor op de computer.’ Ik trok er een vriendelijke glimlach bij. ‘Ik heb geen idee meneer, maar ik vraag even.’ Hij drukte op zijn oor.

‘Hallo, Janny, weet jij waar de… Ja, oké, ik wacht even.’ Hij richtte zich nu tot mij. ‘Mijn collega heeft even een spoedje tussendoor, momentje nog.’ Ik voelde een kriebel. ‘Ehhh, laat die muis maar in zijn hol zitten en zeg tegen die Janny van u dat ze het beste een andere oppas kan zoeken. Of misschien een andere baan. De klanten worden er namelijk stapelgek van.’

Terwijl ik de winkel verliet besloot ik geen muis meer te kopen maar thuis nog wat met mijn vinger te oefenen.

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better