‘Bent u de chef hier?’, vroeg ik aan een man in een supermarktoverhemd-met-logo. Hij knikte. ‘Daar word ik voor betaald meneer, wat kan ik voor u doen?’
‘En u bent gezond van lijf en leden?’, vroeg ik door. Hij lachte.’ Toen ik vanmorgen om zeven uur hier binnenstapte, was dat zeker het geval. Ik hoop dat als ik vanavond om zeven uur weer vertrek, dat het nog steeds het geval zal zijn.’

Ik moest even slikken. Ik heb namelijk een pesthekel aan mensen die altijd zo duidelijk moeten laten blijken dat ze hard werken. Ik zocht naar een scherp antwoord.
‘Nou ja, als u zo de hele dag op wacht staat, dan zal er ook weinig aan uw gezondheid veranderen.’ Ik wist dat nog uit mijn militaire diensttijd.
Hij kon er wel om lachen.

‘Maar goed, wat kan ik voor u doen?’, herhaalde hij zijn vraag.
‘Dat ga ik u nu vertellen. Wij, mijn echtgenote en ik, eten elke dag een bak half volle yoghurt.’
‘Ah, kijk eens aan. Dat is heel gezond. Dat eet ik ’s morgens ook voordat ik de deur uitga’, zei hij.
‘Om zes uur’, vulde ik aan. ‘En u koopt de yoghurt uiteraard in deze winkel.’

‘Ja, meestal wel. Ik ontvang van mijn vrouw in de loop van de dag via de smartphone een boodschappenbriefje en word ik geacht het lijstje af te werken en de spullen ’s avonds mee naar huis te nemen.’
‘Kijk, dat is nog eens efficiënt. En dat lukt nog steeds?’
‘Ja, waarom niet.’
‘En u doet dat zelf? Of laat u uw personeel met het karretje rondgaan. Zeg eens eerlijk?’ Ik lachte een beetje om hem aan het wankelen te brengen. Maar nee, deze chef was standvastig.’

‘Waar wilt u naar toe meneer?’, vroeg hij nog steeds lachend.
‘Dat ga ik u nu laten zien. Loopt u even mee?’ Ik liep richting de koeling aan het eind van het pad.

‘En wat nu?’, vroeg hij. Hij bleef vriendelijk. Ik ook.
‘Kunt u voor mij twee pakken half volle yoghurt pakken?’
‘Ja hoor, dat kan ik. Even kijken waar ze staan.’
Hij opende de deur, ging eerst op zijn hurken, toen op zijn knieën en uiteindelijk lag hij languit op de vloer om helemaal achterin het schap twee pakken joghurt te pakken.
‘Kunt u even aanpakken?’, vroeg hij.
‘Helaas, dat gaat mij niet lukken. Het is me bij mijn poging in mijn rug geschoten.’

Even later zag ik hem weer op zijn plaats staan. Hij klopte zijn kleding af.
Toen ik langsliep knikte hij vriendelijk. Ik knikte vriendelijk terug.

Ik denk dat de boodschap wel is “aangekomen”.

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better