‘Zou ik dáár mogen zitten?’, vroeg ik. Ik keek naar een bijna lege plek bij het raam. Bijna leeg, want op de stoel stond een tas van één van de medereizigers.
Er keken twee naast elkaar zittende tortels schichtig op en doken snel terug in hun ongetwijfeld langs diepe ravijnen voerende ontdekkingstocht want ze hielden elkaar meer dan stevig vast.
Ik voelde dan ook instinctief aan dat ik bij nummer drie moest zijn. Maar daarin voorzag ik een klein probleempje: de desbetreffende dame lag in diepe rust.

Ik kuchte een keer voorzichtig, maar dat had geen effect. Ik kuchte nog een keer. Nu iets harder, maar behalve een boze blik van de Marco Polo’s, gebeurde er niets.

Tja, en daar sta je dan.
Nu kon ik natuurlijk voorzichtig proberen haar wakker te schudden, maar ik kon de gevolgen niet goed inschatten. Misschien schrok ze wel zo, dat ze met haar hoofd tegen de leuning aan zou klappen waarna ik aansprakelijk zou worden gesteld voor de schade. En misschien wel inclusief haar eigen risico. Ik schatte in dat die driehonderd en vijfentachtig euro zó verbruikt zou zijn.  Dozen pleisters, meters verband, pijnstillers, slaappillen. Psychologische ondersteuning á vijftig euro per consult… Maar het zou ook nóg anders kunnen aflopen. Ze zou het kunnen opvatten als een vorm van ongewenste intimiteit waarna ze misschien wel aan de noodrem zou trekken en ik de complete NS over mij heen zou krijgen.

Ik kuchte nog wat steviger maar mijn productie ging helaas volledig verloren in het binnendringende treinkabaal wat het passeren van een brug nu eenmaal met zich meebrengt. Ik kuchte een herhaling.

‘Hou toch eens op man’, riep Marco. ‘Ga ergens anders zitten en laat ons met rust!’
‘Ik wil hier zitten’, blaatte ik.
‘Wij willen dat niet’, riep hij nu.
Ik dacht even kort na. Ik moest zien het goed te maken. ‘Excuus meneer, zo was het niet bedoeld en zeker niet tegen u. Ik wil graag op dat bankje zitten. Maar ik krijg die bagage niet weg omdat dat asociale mens hier niet wakker te krijgen is.’
‘Hoe zegt u dat?’, vroeg hij nóg bozer.’
‘Dat asociale mens hier krijg ik niet wakker.’
‘Dat asociale mens?’
‘Ja, dat is toch asociaal? Met een tas een plek bezet houden in een overvolle trein.’ Ik vond dat ik dat mocht zeggen.
‘Ik zal haar even wakker maken, mag je het in haar gezicht zeggen.’ Zijn ogen schoten vuur.

‘Mam, wordt eens wakker !!!’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better