‘Ik word helemaal gek van dat geblaf van die hond van hiernaast’, klaagde ze. Ze zaten voor de caravan te genieten van het voorjaarszonnetje.

‘Ja, ik ook. Ik snap niet waarom ze er niks van zegt.’
‘Ze? Hoezo ze?’
‘Zij is duidelijk de baas van het spul. Dus ik neem aan dat die hond naar haar moet luisteren.’
‘Hoezo is zij de baas?’
‘Nou ja, zag je gisteren niet hoe ze die vent van haar aan het werk zette? Die sjappie moest het hele zootje opbouwen terwijl madam in haar regisseursstoel met de hond op schoot de commando’s blafte’.
‘O, dat is mij niet opgevallen. Ik let nooit zo op een ander.’ Ze lanceerde een knipoog.

‘Ik ga er wel iets van zeggen als dat zo blijft doorgaan. Dan moeten ze dat ding maar in de caravan leggen’, zei hij.
‘Hoe ga je dat dan doen?’
‘Gewoon er naar toe, aanbellen, vragen naar de buurvrouw en dan mijn klacht deponeren.’
‘Pffft Bert. Wat zijn we weer wakker. Ik denk dat je omwille van de burenrelatie het beter niet kan doen. Misschien gaan ze weer snel weg.’
‘Nou, dat denk ik niet want ze hebben hun complete huisraad meegenomen. En volgens mij komt komend weekend zijn schoonmoeder ook nog logeren. Daar had hij het over.’
‘Nou lekker dan, een blaffende hond, een schoonmoeder, je zou er maar naast wonen.’ Ze slaakte een diepe zucht.

‘PEPPER, KOEST, IN DE MAND!!!’, klonk een megafoonstem vanuit de caravan. De hond dook zijn mand in en begon spontaan zijn kruis te likken.
‘Pepper luistert wel’, stelde hij vast.
‘Nou voor geen meter, hij is zijn mand alweer uit’, zei ze. ‘Ach ja, laten we er nou maar niet teveel op letten, het helpt toch niet. Hoe minder je er op let, hoe minder last je ervan hebt.’ Ze stond op. ‘Nog koffie?’.
‘Ja, lekker.’ Hij pakte zijn krantje van tafel.

‘WEL VERDORIE. BERT, KIJK EENS’, schreeuwde ze plotseling vanuit de caravan. Hij schrok zich rot en sprong overeind.
‘Wat is er aan de hand? Brand? Ik schrik me helemaal rot.’
‘DIE HOND STAAT TEGEN ONZE VOORTENT TE PISSEN!!!’

Met twee stappen stond hij bij de buren om zich te beklagen. En onder het dreigement van het maken van een melding bij de beheerder, kwam ze even later met een emmertje sop en een bak vol excuses de voortent boenen.

Kort daarna keerde de rust terug.

‘Ze zeggen wel eens dat baasjes op hun hond lijken’, merkte ze op. Ze slurpte haar koffie.
‘Nou, dat mag ik in haar geval toch niet hopen.’
‘Hoezo niet?’, vroeg ze.

‘Ik moet er toch niet aan denken dat ze hier haar onderbroek laat zakken, haar poot optilt en vervolgens tegen onze voortent gaat staan plassen.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better