‘Frisjes hè’, merkte ze op. Ze stond naast me bij de geopende brug.
‘Ja, echt warm is het niet’, blaatte ik terwijl ik de kraag van mijn jas wat optrok.
‘Kan ook niet in deze tijd van het jaar.’ Ze glimlachte vanuit haar gelijk.
‘Nee, in november zit je midden in de herfst. En we hebben nóg mazzel gehad dit jaar.’
‘Klopt. Het had slechter gekund.’
‘Veel slechter’, vond ik.
‘Ze hebben het over een strenge winter.’
‘Wie?’, vroeg ik.
‘Hun. Die van het weer.’
‘O ja, die.’ Het kwam wat laatdunkend uit mijn mond.
‘Ja, het zou half december stevig gaan vriezen. En dan tegen de kerst sneeuwen.’
‘En tot wanneer?’
‘Tot eind januari. Minstens’, voegde ze er met een zichtbare ernst aan toe.
‘Dan mag je inderdaad van een strenge winter spreken.’
‘Ach, een beetje winter is niet erg. Is goed voor de natuur.’
‘Is dat zo?’, vroeg ik.
‘Ja, de insekten vriezen dood, dus daar heb je dan geen last meer van.’
‘Ik moet zeggen dat ik afgelopen jaar weinig last heb gehad.’
‘O, ik wel. Ik zat ónder.’
‘Muggebulten?’, vroeg ik.
‘Ja, ik heb verkeerd bloed. Komen ze massaal op af.’
‘Hoe zouden ze dat weten?’
‘Ze ruiken het.’
‘Nee, ik bedoel hun van het weer. Dat het streng wordt.’ Een kleine verduidelijking bleek nodig.
‘De wind. Uit welke hoek hij gaat waaien. Dat is blijkbaar bepalend’, wist ze.
‘De wereld is rond, hoezo een hoek?’
‘Ach ja, dat is zo’n uitdrukking. “De wind waait úit of hij zit ín de verkeerde hoek.”‘
‘Beetje raar’, vond ik.
‘Eigenlijk wel hè, er is inderdaad geen hoek. Ik denk dat ze van het weer niks beters weten te verzinnen’, grinnikte ze.
‘Klopt’, zei ik. ‘Maar die indruk heb ik dan ook al jaren.’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better