Nationaliteiten..

‘Ik liep net eens even over de camping en dan valt het me gewoon op.’
‘Wat is je opgevallen schat?’, vroeg ze terwijl ze in het zonnetje zat te breien.
‘Dat zo’n camping toch veelal een internationaal gebeuren is.’
‘Goh, interessant. Welke volkeren heb je naast landgenoten, een verdwaalde Engelsman en een handvol Fransen nog meer ontdekt dan?’
‘Een Duits gezin.’
‘O? Leuk. Verder nog iets?’ Ze keek me aan van over haar bril.
‘Ze staan achter op het veld. Helemaal alleen.’
‘O? En wat nu?’
‘O, niks, ik verbaasde mij daarover. Vandaar.’
‘Oké, eerst kom je vertellen dat je iets is opgevallen om het je vervolgens te laten verbazen. Zoiets?’
‘Ja, inderdaad’, bekende ik.
‘Mooi, ik ga weer verder met mijn breiwerk. Oké?’
‘Oké. Toch raar dat er altijd iets bijzonders is met Duitsers. Ik begrijp dat nooit zo goed.’
Er klonk een dikke zucht. Ik haakte erop in. ‘Het is toch zo? Wij hebben verdorie Duitse vrienden, wonen aan de grens, doen er boodschappen, tanken er en toch…’
‘Wat “toch”?’, vroeg ze. ‘Kom op maak je punt en laat mij verder breien. Straks is onze kleindochter jarig en heb ik het niet af.’
‘We hebben het er altijd over. Als er bijvoorbeeld een blonde Zweed was geland had ik het niet gemeld.’
‘Nee, dat snap ik’, lachte ze. ‘Dat zijn vaak mooie mannen. Zucht…’
‘Je zucht?’, stelde ik vast.
‘Laat maar, er is nu een punt gemaakt en die zet ik achter dit onderwerp.’ Er klonk nu weer pennengetik.
‘Soms verdenk ik ze ervan dat ze het met een vleugje opzet doen.’
‘Hoezo opzet? Ik snap je niet.’
‘Dat ze zichzelf in een opvallende positie neerzetten.’
‘Joh, heb je niks te doen of zo? Schrijf er een boek over maar laat mij met rust’, riep ze geirriteerd.
‘Het is toch zo? Doen ze zelfs met voetbal. Neem 1974.’ Ik vond dat een prima voorbeeld.
‘O Bart, zoek alsjeblieft een zandbak, graaf een kuil en ga er inzitten.’
‘Neem nou die Duitser op onze camping.’ Ik vond dat ik nog even door moest gaan.
‘O, is dat een oudvoetballer uit 74?’, vroeg ze.
‘Nee, die heeft ook weer iets afwijkends waardoor hij enorm opvalt.’
‘Hij drinkt bier? Of is dat te normaal?’
‘Nee, het is een Duitser en weet je waar hij in rijdt?’ Ze keek me aan. ‘Een Mercedes?’

Nee schat. In een Landrover. Ik bedoel maar.’

Bart.

Powered by WPeMatico