‘Kan dit?’, vroeg mijn echtgenote. Ze stond voor de spiegel haar jurk te bekijken.
‘Ja hoor, staat leuk’, zei ik. ‘En wat zegt het “spiegeltje spiegeltje aan de wand”?’
‘Bart, graag serieus. Vind je het echt kunnen?’
‘Dat zei ik toch!! Staat geweldig!’
‘Nu zeg je “geweldig”. Net klonk je minder enthousiast.’
‘Hoezo minder? Ik zei dat hij leuk staat.’
‘Volgens mij meende je dat niet echt.’ Ze draaide een kwartslag en toen weer terug.’
‘Wat vind je er geweldig aan?’
‘De vorm en de kleur’, zei ik.
‘Je praat alsof je een auto keurt.’
‘Hoe moet ik het dan verwoorden?’, wilde ik weten.
‘Nou ja, het gaat over het model. Het dessin.’
‘O, maar die zijn prima hoor.’
Ze draaide nog een keer, keek en nam toen een besluit: ‘Oké, dan hou ik hem aan.’
‘Ben trots op je’, zei ik.
‘Trots? Hoezo?’
‘Dat je al zo snel hebt besloten. Geweldig.’
‘Nu zeg je het weer!’
‘Wat?’
‘Geweldig. Dat je het geweldig vindt’
‘Ja, dat gaat over dat snelle besluit. Dat zeg ik net.’

‘Hoe laat wil je gaan?’, vroeg ze wat later.
‘Zo meteen. Ik moet eerst nog een flinke sanitaire uitstap maken.’
‘Hoef je allemaal niet te melden hoor. Kan ik al wel mijn schoenen aantrekken? Of duurt het nog?’
‘Zo klaar, Ik trek mij nu terug. Klok loopt’, riep ik vanuit de gang.

Toen ik wat later de deur achter mij sloot, trof ik haar opnieuw bij de spiegel.
‘Ik heb toch wat anders aangetrokken. Ik vond jou niet overtuigend genoeg klinken. Bovendien past dit jurkje beter bij mijn schoenen. Kan dit?’
Ze ging voor me staan. Ik slaakte een diepe maar bovenal een onhoorbare zucht…

‘Ja hoor schat, hij staat in één woord geweldig…’

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better