‘Wat ben je toch allemaal aan het doen?’, vroeg ik aan mijn echtgenote. Ze stond mopperend aan het aanrecht.
‘Ik probeer dít dekseltje op dát broodtrommeltje te krijgen.’ Ze hield in elke hand een onderdeel.
‘Weet je schat, dat deksel kan er maar op één manier op.’
‘Dat klopt. Alleen op de verkeerde manier.’
‘Onzin. In het bakje zitten nokjes en in het deksel sleufjes.’ Ze keek naar de nokjes. Toen naar de sleufjes.
‘Kan nooit passen. De nokjes zijn breder dan de sleufjes. Kijk dan.’
‘Ik hoef niet te kijken: het past want in de winkel paste het ook. En aangezien er niets aan is veranderd, past het dus nog steeds.’ Ik wist het zeker. 

‘Volgens mij heb ik een verkeerde deksel te pakken.’ Ze slaakte een diepe zucht.
‘Wat loop je nou te zuchten?’, vroeg ik.
‘Ik snap het niet. Ik heb hem al drie keer gedraaid.’
‘Volgens mij mis je iets van ruimtelijk inzicht. Dat hebben vrouwen vaker. Is niet zo erg hoor.’
‘Mis ik inzicht? Ik kan binnen drie minuten Rubik’s kubus oplossen. Zou ik dan niet zo’n K-trommeltje van de Hema in elkaar kunnen zetten?’
‘Blijkbaar niet’, zei ik. Ze keek me niet leuk aan.

‘Hij kan wel in de hoge stand. Voor als je acht boterhammen wilt opbergen.’
‘Ik neem er maximaal zes mee’, zei ik. ‘Nooit acht.’
‘Maar dat moet wel kunnen zeiden ze. Acht boterhammen.’
‘Wie?’, vroeg ik.
‘Hun van de Hema.’ Ze zuchtte opnieuw.

‘Ik word echt niet goed van je gepruts, schat. Zo moeilijk kan het toch niet zijn?’ 
‘Het past gewoon niet. Klaar.’
‘Draai hem eens negentig graden?’
‘Heb ik al geprobeerd.’
‘Tjonge jonge jonge. Hoe moeilijk kan het zijn? Geef een aap zo’n trommeltje en binnen een seconde is het gepiept’, lachte ik.

Na dertig seconden prutsen moest ik vaststellen dat hij inderdaad niet paste. 

Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better