‘Wat doen we met eten?’, vroeg Truus.
‘Gewoon. Op-eten. Of wilde je het weggooien?’
‘Ik wil graag weten wat we vanavond eten, Bert.’
‘Zuurkool met een dikke vette rookworst.’
‘Bert Jansen, we zijn op vakantie in Frankrijk, het is ruim dertig graden en bovenal: de Fransen kennen geen zuurkool laat staan een dikke rookworst.’
‘Vette. Een dikke vette rookworst.’
‘Dat bedoel ik. Dus nu graag serieus: wat wil je eten?’
‘Een heimwee-maaltijd. Hollandse pot. Geeft dat voldoende richting?’
‘Kom op Bert, we zitten in Frankrijk. Iets met rijst? Roerbak?’
‘Ik heb zin in hutspot. Kilo wortels, mud aardappels en een bos uien. Allemaal hier te koop. Hoe moeilijk kan het zijn.’
‘Je bent gek. Stampot bij dertig graden. Gaan we niet doen, Bert.’
‘Vraag het me dan niet’, riep hij boos.
‘Ik geef je ruimte voor eigen inbreng. Maar je vult hem beetje raar in.’
‘Ik vul hem uitstekend in. Mijn moeder maakte vroeger ook stamppot op de camping. Dus zo raar is dat helemaal niet.’
‘Je moeder was een sloofje. Die deed alles op commando van je vader.’
‘Nou, dat viel reuze mee hoor.’
‘Ach, hou op Bert. Ik heb het toch zelf meegemaakt.’
‘Het was echte liefde, Truus. Taken waren goed verdeeld. Zoals dat in een harmonieus huwelijk hoort te zijn. Vader zorgde voor de centen, moeder voor het huishouden. Lekker duidelijk.’
‘En wie sloeg de haringen in de grond? Je moeder of je vader?’
‘Ik. Ik mocht ze erin slaan. Mijn vader stond er dan bij.’
‘Jaja, met een doosje pleisters. Ach nee, dat was dan natuurlijk weer een taak voor je moeder’, sneerde Truus.
‘Hoezo pleisters?’, wilde Bert weten.
‘Nou ja, je kunt met die twee linkerhanden van je thuis nog geen spijker raken.’ Ze moest lachen en kneep hem in zijn been.
‘Weet je Truus, we gaan samen naar de intermarché en halen hutspot-ingrediënten. Dan schil ik de aardappels en doe jij de rest. Oké?’ Hij lanceerde een luchtkus.
‘Ik weet het nog niet, Bert. Ik twijfel nog. Stampot bij deze temperatuur…’
‘Denk maar aan dat spreekwoord schatje’, zei hij met zwoele stem.
‘Spreekwoord? Hoe dan?’
‘De liefde van de man gaat door de maag.’
‘Door de maag?’, vroeg ze. Hij knikte.
‘Nou Bert, die hangt dan wel op een rare plaats.’

Bart.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better