‘Het is frisjes’, klaagde ik na een vuilnisbak-aan-de-weg-zet-actie. Ik kwam binnen.

‘Trek dan ook iets aan’, riep mijn echtgenote zoals echtgenotes vanuit het gelijk kunnen wrijven.
‘Hallo, even de vuilnisbak aan de weg zetten. Ga ik toch geen jas aantrekken?’
‘Klaag dan niet.’
‘Trouwens, wat heb je aan de weg gezet?’, wilde ze weten.
‘De vuilnisbak’, riep ik droogjes.
‘Welke? Groen, blauw, oranje of grijs?’
‘De groene stond voor in de rij. Dus staat die nu vol verwachting aan de weg te staan.’
‘O, dat klopt niet hoor. Ik heb van de week de containers aan de kant gehad.’
‘Dat meen je. En niet in dezelfde volgorde terug gezet?’ Ik kon hier zo boos over worden. 
‘En wat nu?’, vroeg ik na een peinsmomentje.
‘Kijk je op de afvalkalender. Die hebben we toch nog ergens?’
‘Ja, ergens. Maar tegen de tijd dat ik die heb gevonden is de vuilnis al geweest.’
‘Dan weet ik het ook niet, Bart.’
‘Zou Agnes het weten?’, vroeg ik mij hardop af.
‘Ach ja, kijk even wat zij buiten heeft gezet. Dan is het probleem opgelost.’ Ze haalde opgelucht adem.
Ik liep nu voor de tweede keer in pyama naar buiten.
‘En?, vroeg ze toen ik terugkwam.
‘Groen!’, riep ik tevreden. ‘Het klopt dus toch.’
Die middag sprak ik onze buuf Agnes. Ze vroeg zich af waarom wij de volgorde van onze bakken hadden veranderd. 
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better