‘Kun je die coronabal niet op een andere plek hangen? Aan de achterkant van de kerstboom of zo?’, vroeg ik.

‘Coronabal? Welke bedoel je dan?’, vroeg mijn echtgenote.
‘Die vooraan, met die uitsteeksels.’
‘Dat is geen bal maar een dennenappel.’ Ze stond op en liep er heen.
‘Wat moet je met een dennenappel in een kerstboom?’ Ik vatte hem niet.
‘Dat heet versiering, Bart. Er hangt ook een kerstklokje in. Die is trouwens nog van jou.’
‘Van mij? Hoe bedoel je?’
‘Dat was jouw inbreng in ons huwelijk. Een kerstklokje voor in de kerstboom.’ Ze klonk er wat zuinig bij.
‘O ja, dat klopt, en die is zeer waardevol. Moet je voorzichtig mee zijn, schat.’
‘Daarom hangt hij ook aan de achterkant.’
‘Die heb ik ooit nog voor mijn moeder haar verjaardag gekocht.’ Ik kon me dat nog goed herinneren. 
‘Lijkt me stug. Je moeder verjaarde in februari. Niet met kerst.’
‘Maakt niet uit. Hij zat in een klein doosje met een plastic raampje. Trouwens, hebben we dat doosje nog?’
‘Het doosje. Even voor jouw beeld: de kerstversiering overzomert in een plastic vergaarbak op zolder.’
‘En mijn klokje ligt daar dan gewoon tussen?’ Ik vond er wel wat van.
‘Bart, hou op over dat klokje. En die dennenappel blijft hangen waar hij nu hangt.’
‘Ligt die zogenaamde dennenappel van jou zomers ook in die bak?’, wilde ik weten.
‘Ja, naast dat klokje van jou. En ze hebben het vast gezellig samen’, lachte ze.
Ik stond op en liep naar de boom. ‘Wat ga je doen?’, vroeg ze toen ik de dennenappel uit de boom trok en achter de kerstboom kroop.
‘Ik hang hem bij mijn klokje aan de achterkant. Zo’n gezellig stel haal je tijdens kerst toch niet uit elkaar?!!’
Bart
Copyright Brompot columns en korte verhalen december 2020

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better