‘Verdorie, ik ben met mijn rok achter de hoek van het stalen kastje in de gang blijven haken’, meldde mijn echtgenote toen ze de kamer binnenkwam.

‘Laat kijken’, nodigde ik haar uit. Ze showde het getroffen gebied.
‘Winkelhaak’, stelde ik vast. ‘Je naaimachine doet het toch nog?’
‘Naaimachine? Wat denk je zelf?’, vroeg ze streng. 
Ik zag een middagje winkel-in winkel-uit naderen en deed een uiterste poging. 
‘Mijn moeder herstelde vroeger altijd zelf mijn kleren. Ik heb wel eens een winkelhaak….’
‘Ik ben je moeder niet en bovendien is dit al een oud rokje.’ 
Ik slaakte een diepe zucht. Mislukt.
‘Misschien vanmiddag even naar de stad?’, stelde ze voor.
‘Nou, vanmiddag gaat mij niet lukken. Misschien dat Annie mee wil?’
‘Annie moet op Wim passen. Dat wordt niet wat. Hoezo gaat dat jou niet lukken?’
‘Hallo, kijk even naar de klusjespot! Hoezo niks?’
‘O? Is dat nu plotseling je reddingsboei? Nou Bart, je kunt best even mee.’
Ik vond dat ik opnieuw moest zuchten. 
‘Wat zit je nou te zuchten?’ 
‘O, niks. De telefoon gaat! Pak jij even?’
Ze snelde naar het toestel.
Toen ze vijf minuten later terugkeerde keek ze blij.
‘Wie was dat?’, informeerde ik belangstellend.
‘Dat was Annie. Je hebt geluk Bart, Wim gaat naar de opvang en zij gaat met mij mee winkelen.’
‘Wat leuk! Die Annie is toch wel een lief en begripvol mens’, zei ik.
‘Klopt. Ze begreep meteen dat jij hardstikke druk bent met je klusjespot. Ze gunt je een lekker middagje schoffelen.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better