‘Wat sta je te staren?’, vroeg mijn echtgenote. Ik stond voor het raam en keek in de richting van de tuin.

‘Ik kijk naar de musjes. Ik heb gisteren weer eens een pindakaaspot in het houdertje geduwd. Moet je kijken!’
‘Hm, je bent veel te vroeg dit jaar. Die beesten moeten zich voorlopig zelf nog kunnen redden.’
‘Ach kijk toch. Mankje. Ah…’
‘Mankje?’, vroeg ze. 
‘Ja, dat is dat musje daar. Die hebben ze te pakken gehad. Hij mankeert iets aan zijn pootje. Kijk dan! Zo sneu!’
Ze keek. ‘Dit is echt niet goed hoor’, wist ze.
‘Ach kom op, ze hebben het al zo zwaar. Beetje bijvoeren is prima. Dan bouwen ze een vetlaagje op en dat helpt tegen de kou komende winter.’
‘Bart, je creëert vliegende pindakaasbommen. Dat is echt niet normaal!’
‘Je bent hard, schat. Kijk Mankje dan genieten. Bekje vol en daar gaat hij weer!’
‘Mankje is een plofmus. Vandaar dat hij mankt. Hij is door zijn gewicht door het landingsstel gezakt.’
‘Volgens Piet wordt het een zware winter. Extreme kou.’
‘Ik geloof er geen dooie mus van. Hij zwamt maar wat.’
‘Piet heeft het meestal wel goed hoor! Ik denk trouwens dat die pot al half leeg is. Echt een succes!’
‘Dat zal. En als hij leeg is, stoppen we er voorlopig mee.’
‘Hoezo dan?’
‘Nou, op dit moment vallen ze nog dood van het dak, dus bijvoeren heeft weinig zin.’
‘We gaan trouwens lunchen, de tafel is gedekt. Kom je ook?’, nodigde ze mij uit terwijl ze naar de keuken liep.
‘Kom eraan.’ 
Met enige tegenzin liep ik naar de gedekte tafel en ontdekte een pot pindakaas op mijn bord.
‘Wat is dit? Een grapje of zo?’ Ik pakte de pot.
‘Nee hoor, is voor de komende winter. Kun je alvast een extra vetlaagje creëren tegen de kou.’
‘Hoezo?’, vroeg ik.
‘Nou ja, met die hoge gasprijzen lijkt me dat niet verkeerd.’
 
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better