‘Morgen Hans’, riep ik naar een fietsende passant. Ik stond op de oprit.

‘Morgen Bart!’, riep hij enthousiast terug en kneep volop in de remmen. Toen draaide hij onze oprit op.
‘Denk jij nog aan zaterdag?’, vroeg hij. 
‘Zaterdag? Wat is er zaterdag?’ 
Hij begon te lachen. ‘Je bent een echte een grapjas. Herman en Miesje komen trouwens niet. Die sprak ik gisteren en hebben wat anders. Maar de rest komt wél. Let op: het wordt bomgezellig! Maar ik moet door want ik ben al laat. Tot zaterdag!’ Hij stapte op en scheurde weg.
Zaterdag, wat was er in Godsnaam op zaterdag. Ik kon er niet opkomen…
‘Morgen Bart.’ Nu was het mevrouw Hommel die met haar aangelijnde hondje langs kwam wandelen. 
‘Morgen mevrouw Hommel. Alles goed met u?’, vroeg ik.
‘Ja hoor, nog wel’, lachte ze.
‘Hoezo “nog wel”?’
‘Nou ik denk dat ik na zaterdag een paar dagen op zwart ga.’ Ze lanceerde een knipoog en liep door.
Zaterdag, zaterdag, zaterdag… 
‘Wat is er zaterdag in Godsnaam aan de hand?’, vroeg ik mijn echtgenote. 
‘Zaterdag? Geen idee. Hoezo?’
‘Ik sprak net Hans en daarna dat mens van Hommel. Die hadden het over zaterdag.’
‘Kijk even op de kalender, misschien helpt dat’, adviseerde ze. 
Ik nam dit advies over. Dat doe je als man namelijk altijd bij een advies van je echtgenote. Ik bekeek de kalender.
‘We gaan een weekendje weg!’, riep ik vanuit de keuken.
‘Weekendje weg? Hoezo een weekendje weg?’ Ze kwam nu ook de keuken binnen en trok de kalender uit mijn hand.
‘O, ik zie het al. Het is de start van de buurt-rummikup-competitie. Daar heb je je vorige maand met een dronken hoofd voor ingeschreven.’ 
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better