‘Ja, ik ben’, reageerde ik op de vraag “wie dan?”, uitgesproken door de dame achter de toonbank. Ik stond in de plaatselijke drogisterij.

‘Morgen mevrouw. Ik hoorde gisteren van een collegaatje dat u zalfjes verkoopt tegen jeukplekjes.’ Ik keek haar hoopvol aan.
‘Eh.. ja. Over wat voor een jeukplekjes hebben we het dan?’, vroeg ze. 
Ik meende iets van wanhoop in haar stem op te vangen. Dat blijkt vaak uit licht gezucht. Zo van “daar gaan we weer”. Zij zuchtte op deze manier dus vandaar mijn conclusie.
‘Ik heb een paar onschuldige plekjes op mijn zitvlak. Het waren eerst bultjes en daarna plekjes.’
‘En die jeuken?’
‘Ja, daarom kom ik hier.’ 
‘En uw collegaatje had dat ook?’, vroeg ze.
‘Nou, ik weet niet van haar zitvlak. Maar inderdaad: ze had ook bultjes en daarna plekjes. Met jeuk!’
‘En wat was de naam?’ Ik hoorde opnieuw een zucht.
‘Eh.. Jantine. Een dame met zwart kroesend haar. Gewoon postuur, veertiger en ze droeg…’
‘Ik bedoel de naam van het zalfje.’
‘Geen idee. Maar u weet vast wat ik bedoel. Bultje-plekje-jeuk-zalfje… en klaar.’ 
Ik vond dat ik het niet duidelijker kon maken maar ze bleef mij wat wazig aankijken. Alsof ze elk moment in een enorme huilbui kon uitbarsten. Ze kuchte, nam toen een aanloop boog zich vertrouwelijk in mijn richting en…..
‘Ik weet natuurlijk niet hoe uw relatie tot uw collegaatje precies ligt… maar als ik dit allemaal zo hoor, zou ik u willen adviseren toch eerst even contact met uw huisarts op te nemen.’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better