‘Zeg schat, heb jij afgelopen donderdag iets bij de kapper gekocht?’ Ik was bezig de financiën bij te werken.

‘Klopt, toen heb ik mijn haar laten doen. Hoezo?’
‘O, ik zie hier een afschrijving van drie tientjes. Vandaar.’
‘Kun je nagaan’, mompelde ze.
‘Wat moet ik nagaan?’, wilde ik weten.
‘Dat het je niet eens is opgevallen dat ik naar de kapper ben geweest.’
‘Het is mij wél opgevallen. Ik vroeg het je toch?’
‘Ja, vanwege de afschrift. Maar je hebt het niet aan mij gezien! Dat bedoel ik.’
‘Waarom zijn vrouwen toch altijd zo gecompliceerd…’
‘Was dat een serieuze vraag?’, klonk het vanuit de keuken.
‘Laat maar’, zuchtte ik.
‘Trouwens, Bart, ik moet jouw haren ook nog bijscheren. Kunnen we nu meteen wel even doen.’
‘Moet dat?’, zuchtte ik.
‘Ja, je mag ook naar de kapper hoor, geven we gewoon weer drie tientjes uit.’
‘Ik kom er al aan.’
‘Zo, nu nog even je wenkbrauwen’, zei ze ter afsluiting van het project. Ze wreef er met haar vinger overheen.’
‘Au!!! riep ik toen ze uitschoot en me in mijn oog stak.’
‘Sorry hoor, dat ging per ongeluk.’
‘Dat zal, maar daar heb ik nu niks aan. Doe eens een zakdoekje?’ Ze reikte er één aan.
‘Je moet niet wrijven, dan maak je het alleen maar erger.’
‘Let dan verdorie ook op’, mopperde ik.
‘Ik snap trouwens niet waarom je je ogen niet in je zak steekt!’
‘Wat is dit nou weer voor een rare opmerking’, riep ik.
‘Dat is geen rare opmerking. Het maakt voor het effect niks uit.’
‘Hoezo niet?’, vroeg ik.
‘Je ziet toch nooit iets. En als je al kijkt, dan is het meestal met je neus!’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better