‘Goedemorgen, mag ik jou iets vragen?’, vroeg ik aan een jonge dame die volgens haar outfitje bij de inventaris van de super hoorde.

‘Jazeker, wat kan ik voor u betekenen meneer?’
‘Volgens jullie folder hebben jullie vanaf vandaag klimplanten in de aanbieding. Klopt dat?’ 
‘Klimplanten?’, vroeg ze.
‘Ja, van die planten die klimmen. Niet dat ze uit de pot kruipen en dan met een trapje.. maar waarvan de takken…’
‘Ik weet wat klimplanten zijn, meneer. Maar ik weet niet of wij ze in de aanbieding hebben.’
‘Nou ja, volgens de folder wel. En dan neem ik aan dat…’
‘Heeft u de folder toevallig bij u?’, vroeg ze.
‘Nee, maar ik heb wel de app van jullie winkel.’
‘De app. Die klopt niet altijd’, wist ze.
‘Hoezo klopt de app niet?’, vroeg ik verbaasd.
‘Hij is instabiel. Soms doet hij raar.’
‘Dat er klimplanten instaan die uit zichzelf weer uit de app klimmen? Bedoel je dát?’
‘Soms staat er plotseling een andere datum bij. Dat zit in het hoofdkantoor in Amsterdam. Daar gaat het meestal mis.’
‘Is het hoofdkantoor instabiel?’
‘Nee, de app.’
‘Dus geen klimplanten?’
‘Helaas.’ Ze spreidde haar armen.’
‘Geen klimplanten’, meldde ik. ‘De app is labiel. De datum is plotseling door Amterdam gewijzigd. Hoofdkantoor’, voegde ik eraan toe.
‘Hoe kan dat nou?’ Agnes komt net met een doos vol thuis.’
Ik slaakte een diepe zucht. Ik kreeg de zenuwen van die k-planten.
‘Misschien was de app toen even niet labiel?’ 
‘Waar ben je geweest?’, vroeg ze nijdig.
‘Bij de Pruis op het plein.’
‘Bart, ik zei nog zo: bij de Appie! Wat of wie is hier nou labiel!!!’
Bart

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better