Onlangs ging mijn echtgenote een dagje uit met een vriendin en bleef ik alleen achter. Nou ja, alleen, ook onze hond moest thuisblijven en hield mij noodgedwongen gezelschap. En dat had best gezellig kunnen worden ware het niet dat hij een slechte nacht had genoten en nu zijn kans schoon zag om direct na het vertrek van het vrouwtje zich terug te trekken. Hij verdween in zijn mand, wurmde zijn kleed over zich heen en was vertrokken. Niet storen !

Nu kan ik mijzelf altijd prima alleen vermaken. Ik verricht dan eerst wat “in het zicht” liggende huishoudelijke klussen zodat ik niet bij de thuiskomst van mijn eega van die veelbetekenende vragen krijg voorgeschoteld of ik soms “druk” ben geweest.

Wat dat betreft heb ik wel wat ervaring opgedaan. Ik pak dan steevast de stofzuiger trek vervolgens een paar zichtbare rondjes,zorg voor een opgeruimd aanrecht, pak de afwasmachine uit, stof hier en daar wat over een kast en zak dan weg in mijn eigen wereld van schrijven, puzzelen, lezen, motorrijden en eh… eten.

Tja, eten. Een hoofdstuk apart.

Eten kan ik goed, heel goed. Maar voordat je iets in je mond kunt duwen, moet je het eerst klaarmaken. Koken. En dat kan ik niet. Enerzijds omdat mij de directe kennis ontbreekt, anderzijds omdat ik er een ongelofelijke pesthekel aan heb.

Ik vind het echt verschrikkelijk werk en ik schaam me er niet voor. Uiteindelijk racet een autocoureur ook met een auto die hij zelf niet in elkaar heeft gezet. En dat is maar goed ook.

Het knagend gevoel begon tegen de middag. Ik probeerde wat kaakjes maar dat was geen oplossing. Dus trok ik de koelkastdeur open in de hoop iets snels en lekkers tegen te komen. En jawel. Mijn schat had een tweetal bokworsten aangeschaft die broederlijk naast elkaar in een tweepersoons bakje lagen te wachten op de dingen die gingen komen.

Ik trok ter ontdooing fluitend een viertal boterhammen uit de diepvries en legde ze alvast op een bord. Toen ketchup uit de koeling en mosterd uit de kast. Het water drupte uit mijn slecht afgesloten mond en ik hoorde nu iets van het geluid van een klopboor uit mijn maag galmen.

Ondertussen ging het kleed van de hondenmand iets omhoog en zag ik twee nieuwsgierige ogen de keuken inpriemen. Drie seconden later waren ze weer verdwenen. Hij had ervaring met mijn kookunsten.

Ik kon niet ontdekken hoe ik de twee broertjes warm moest krijgen. Er stond niets op de verpakking en dus moest ik mij in dit probleem verdiepen. Uiteindelijk was een fietstochtje naar de Lidl om te vragen “hoe het moest” een beetje al te dol.

Ik besloot om er één bij wijze van probeersel in de magnetron te duwen. Met het boekje erbij lukte het mij om hem aangetrapt te krijgen. Maar toen ik na tien minuten een zware plof hoorde en niet meer door het ruitje kon kijken wist ik dag de test was mislukt. Het was één en al bokworst.

Vijf minuten later was de schade verwerkt en stond ik nog steeds voor een uitdaging. Plotseling een ingeving: Water. Stop de bokworst in een pannetje met water en zet hem op. Hoe simpel kan het zijn.

Tien minuten later draaide ik tevreden het gas uit, pakte creatief als ik ben een barbecue-tang en viste het ding uit het gloeiend hete water.

Vervolgens gebeurden er binnen vijf seconden een zestal ingrijpende zaken.

-De worst schoot uit de tang en viel op de grond.
-Het kleed van de mand ging wederom omhoog.
-De hond schoot uit de mand.
-Hij greep de worst in zijn bek.
-Hij trok zich terug binnen zijn veilige omgeving.
-Het kleed ging dicht.

Ik at mijn teleurstelling weg met een extra laag plakkerige pindakaas op brood.

Bart

Copyright Brompot februari 2017.

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better