Verhuizen is altijd een klus van de lange adem. Je kijkt rond naar een nieuw optrekje, vindt uiteindelijk iets wat je zoekt, neemt een besluit en begint aan een karwei wat je maar een enkele keer in je leven hoopt te doen. En dan gaat het niet alleen over schilderen, behangen, rommel opruimen en daadwerkelijk verkassen. Nee, er bestaat ook zoiets als een “vervelende bijvangst” in de vorm van de “softe” zaken zoals daar allerlei instanties blijken te bestaan die graag willen weten waar je naartoe gaat al was het alleen maar om hun eigen belang veilig te stellen.
Zo hadden we ons aller NUON die in de haast om de euro’s binnen te harken, de eindstanden van de oude woning verkeerd overnam. Saillant detail: het betrof het uitlezen van de zogenaamde “slimme meter”. Of waterboer VITENS die je aan kunt kruisen in het verhuisbericht van Postnl maar vervolgens niets van zich liet horen en zelfs na telefonisch contact zeer verbaasd leek dat we waren verkast.

En dan ook de medische wereld want je moet afscheid nemen van je huisarts en één zoeken in je nieuwe woonplaats. Ofschoon je het liefst een sollicitatieprocedure zou willen opstarten, belandt je toch vaak bij een pillendraaier die je vanuit je kennissenkring wordt aanbevolen. Tot slot de gemeente van waaruit je bent vertrokken. Het ging in ons geval om het stopzetten van de incasso van de gemeentelijke belastingen.

De procedure blijkt simpel: je meldt je aan bij de nieuwe gemeente en die geven de oude gemeente door dat je bent verhuisd. Prima regeling. Alleen gaat er wel eens iets mis. Zo bleef de oude gemeente maandelijks belasting incasseren. En ik bleef het bedrag maandelijks terug laten storten. En toen kwam er een brief van de oude gemeente op mijn nieuwe adres dat ik ten onrechte het bedrag had teruggestort. Tja, en dan word je boos en ga je bellen.

Het begint met een receptioniste die de telefonische toegang tot de gemeentelijke bunker bewaakt. Ganzen zijn ideale bewakers en worden veelal op dit soort klussen ingezet. Zo ook deze. Ze wilde per sé weten waarom ik de ambtenaar van financiën wilde spreken. Ik moest het eerst maar met haar proberen. Waarschijnlijk bang voor haar baantje. Toen ik echter het woord “storneren” liet vallen, werd het te moeilijk, haakte ze af en verbond me door.
Het duurde even, het was ook rond de koffieklok van tien dat ik belde, maar toen kreeg ik de kassajuffrouw toch aan de telefoon. Ze hoorde mijn klacht aan, dacht even na en begon toen met het voorlezen van de procedure. Ik moest zelf de incasso stopzetten. Nu begreep ik dat zelf ook wel, ware het niet dat er door de verhuizing praktisch niets meer te incasseren viel en dus de incasso ten onrechte was. De juf bleef volhouden dat ik het volgens de procedure toch echt zelf zou moeten doen.

“Maar ik ben verhuisd mevrouw. Per 1 maart woon ik elders en hoef ik dus maar een gedeelte te betalen. Twee maanden om precies te zijn. Januari en februari. En dat is ongeveer tachtig euro waarvan u er al zestig heeft geïncasseerd en ik dus nog twintig moet betalen. Dus als u dat restant in één keer afschrijft…”. Het voorstel bleek te simpel.
“Zoals ik u al zei, moet u de incasso zelf stoppen. Anders blijven we afschrijven. En u bent verhuisd zei u? Dat heb ik niet door gekregen”.

“Mevrouw, u stuurt mij de incassobrief naar mijn nieuwe adres, dan weet u toch dat ik ben verhuisd?”. Stilte aan de andere kant van de lijn. “Daar heeft u een punt”, hoorde ik. Opnieuw stilte. “Ja, ik zie het, ze hebben het niet doorgegeven. Ik ga dat herstellen. U krijgt hierover een brief”. “Mooi, dus dat restantje schrijft u dan af en dan is het klaar ?”. Stilte. “Dan gaan wij het restant bedrag over de resterende incassomaanden verdelen en schrijven het dus in zes termijnen af”, klonk het in de hoorn. “En dan moet ik zelf de incasso stopzetten?”, informeerde ik nog. “Nee meneer, dan valt er namelijk niets meer te incasseren en stopt het vanzelf”. “Dus even voor mijn beeld: het bedrag van twee tientjes wordt in zes termijnen van drie euro zeventien geïncasseerd. En als ik het in één keer afgeschreven wil hebben?”, vroeg ik nog. “Dan, meneer, is er maar één oplossing”. “Laat me raden”, onderbrak ik haar. “Zelf de incasso intrekken?”.

Ik heb het antwoord maar niet meer afgewacht. Ik zie met belangstelling de komende afschrijvingen tegemoet….

Brompot

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better