Vandaag reed ik bij toeval langs het gemeentehuis in Doetinchem en zag daar een ogenschijnlijk  gelukkig paar van de trap komen. Zij in het wit, hij in het zwart en de inmiddels vóór het huwelijk verwekte kinderen in feestelijk jurkjes en pakjes. De familie stond blij “cheese” naar de fotograaf te grijnzen en ik groef ondertussen verwoed in mijn gedachten naar een datum omdat ik op het punt stond wederom iets te gaan vergeten. De datum van mijn eigen trouwdag.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik gewoon niet zo goed ben in het onthouden van data, dus piekerde ik mij suf. Ja, in het trouwboekje staat het klip en klaar beschreven, maar die ligt ergens aan mijn kant in het nachtkastje, klaar om te worden geraadpleegd als de omstandigheden dat vragen. In het rode trouwboekje staat namelijk behalve de trouwdatum en de geboortes van de kinderen, ook nog een toevoeging van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij achtte het een kleine veertig jaar geleden nodig een verhandeling te houden over de rechten en de plichten binnen het huwelijk.

Het ging er daarbij voornamelijk over wie nu uiteindelijk de hoofdpiet mocht zijn binnen de relatie. En ik mag met enige trots melden dat hij mij die rol zonder een moment van twijfel heeft toebedeeld. Kortom: ik werd indertijd benoemd als “de baas” en verantwoordelijk gemaakt voor het wel en wee van het te stichten gezin. Mijn echtgenote hoorde het indertijd allemaal lijdzaam aan maar had daarbij geheel haar eigen gedachte. En die werd me kort na het sluiten van de plechtigheid wel duidelijk.

Tja, en daar sta je dan. Wat was nu precies die datum. Plots dacht ik aan mijn trouwring want daar moest de exacte datum instaan. Maar toen ik die van mijn vinger probeerde te schuiven bleef hij ter hoogte van de knokkel hangen. De verhouding tussen de grootte van de ring en de dikte van mijn vinger was in de loop der jaren behoorlijk scheef gegroeid. Het ding was er niet meer af te rukken. Zelfs niet met wat wanhopig geproduceerd spuug. Het liep met straaltjes langs mijn vinger, maar hij zat muur en muurvast.

Ik kon natuurlijk even met mijn kinderen bellen, maar die beschikken over dezelfde genen als ik waarbij degenen die de datum-vergeetachtigheid regelen, eveneens flink in de meerderheid zijn. En ik kon me de afgelopen dagen ook geen signalen van mijn echtgenote herinneren die duidden op de naderende feestdag.

Ik voelde me toch wel wat kriebelig worden waarbij de boosheid op mijzelf fors toenam. “Sukkel”, hoorde ik me tegen mijzelf schelden. En ik had mij nog voorgenomen om de trouwdatum in mijn telefoonagenda te plaatsen. Maar blijkbaar ook vergeten. Die afspraak had ik met mijzelf gemaakt na het debacle van vorig jaar. Toen was ik het ook vergeten maar kreeg op het laatste moment van de dag nog een telefoontje met de vraag waar ik bleef. We zouden uit eten en ik was nog ergens onderweg.

Dat telefoontje heeft me toen gered. Snel kocht ik nog even een bloemetje bij de ESSO. Toen ik ze met een blij smoelwerk overhandigde had ze naar mijn idee niks door. Totdat we de volgende ochtend beneden kwamen en het in de huiskamer wat vreemd rook.

‘Die bloemen ruiken niet echt lekker’, hoorde ik haar zeggen. Ze liep naar de bos die weliswaar prominent maar wel wat hangerig op de salontafel stond en snoof diep. Toen keek ze in mijn richting en trok een glimlach.

‘Je was het vergeten ?’, vroeg ze toen.

‘Hoezo ?’, infomeerde ik terwijl ik me wat rood voelde worden..
Ze glimlachte opnieuw.
‘Deze bos stinkt naar diesel, schat’.

Tja…

Bart  
  
copyright Brompot september 2016

   

      
   

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better