Toen ik haar in mijn blikveld ving, leek het nét alsof ze strak naast het getegelde voet -en fietspad aan de Kennedylaan in de berm hing. Met haar hoofd tussen haar knieën. Het betrof hier een deel van mijn dagelijkse hond-uitlaat-route die globaal rond het speeltuinterrein en de voormalige kwekerij Hartemink liep in het altijd weer mooie Doetinchemse Schoneveld.

Eigenlijk hoefde ik niet eens meer mee want onze hond, een Golden Retriever, liep al een jaartje of tien, drie keer daags hetzelfde rondje en had elke stoeptegel inmiddels wel voorzien van een reukspoor.

Ze hing dus half tussen het gras toen ik de geluidszone binnenstapte en behalve beelden ook bijpassende geluiden ontving. Ik hoorde haar met een vreselijke piepstem de geluidsbarrière bekrassen.

‘Ooo wat is die goeeeed, braaf Joly, braaf meisje, lief hoor’.

“Doe eens effe normaal”, hoorde ik een stem in mijn hersens roepen, maar bleef daar hangen. 

‘Wat ben je toch een lief en braaf meisje hè, vrouwtje jou nu weer meenemen ? Kom maar schatje, kom, kom, kom dan… toe maar, lief, lief, lief, jaaaahhhhhhh’.

Ik kreeg even de indruk dat ik in een slechte pornofilm was beland maar het begon er toch al snel op te lijken dat het hier een gesprekje betrof tussen een hond en zijn baasje. En inderdaad, toen ik tot op een stoeptegel of tien was genaderd, zag ik een riempje met aan het eind een klein wollig stukje vlees op pootjes. Het stond tussen het gras en liep zich ongetwijfeld, net als mijn hond en ik, te ergeren aan het overdreven gegil van de dame.

‘Oooo kijk daar eens Joly, daar komt nog een hondje, kijk eens wat lief  ?’.

Mijn hond keek mij met zijn lodderige ogen kort aan.
‘Wat is dat een stom mens ? Pffft Hondje’.
Tja, mijn hond en ik gebruiken geen woorden, wij communiceren vanuit gedachtes en gevoel.

‘Ik denk dat ze op puppy-cursus zitten’.
‘Wij zijn toch ook op cursus geweest, baas. En jij doet toch ook normaal ?’.
‘Klopt, daarom zijn we ook gezakt’.

Ik keek mijn trouwe Golden aan en gaf hem een aai.

‘Wat een mooie hond heeft u’, zei ze. ‘Een Golden Retriever ?’.
‘Ja, een echte Golden. En een gentleman’.
‘Hoe heet hij ?’.
‘Cooper. Sir Cooper of Bindween. Hij is van adel’.

‘Hoor je dat Joly, dat hondje is van adel’. De lucht scheurde opnieuw.
‘Dit is Joly en Joly is een “van alles wat” hondje’, lachte ze.

De interne communicatie brak weer los..

‘Ik dacht al, dat moet een bastaard zijn’.
‘Cooper, snuit dicht, Gedraag je als een hond van stand’.

‘Lief hondje hoor’, hoorde ik mezelf zeggen.
‘Ja hè, ze komt uit het asiel. Ze was zó zielig…. ‘.
Terwijl ik het propje bekeek, zakte ze door haar achterstel en plaste op de tegels. Mijn Golden stak zijn neus in de windrichting, snoof een keer en tilde toen zijn poot op om vervolgens een litertje te lozen.

‘Oei oei oei, zie je dat Joly-tje, hondje moet een plasje’.

‘Als ze niet heel snel haar kop houdt met haar “hondje”, pis ik hem helemaal onder’.
‘Rustig Cooper, we gaan weer verder’.

‘Nou, veel plezier nog met uw hondje’, zei ik en trok Cooper mee. In het voorbij gaan gromde het scharminkel.
Cooper gromde terug.

‘Akelige kuttelikker’.
‘Foei Cooper, foei’.

‘Doei doei mooi hondje’, piepte ze. ‘Kom maar Jolytje, laat hondje maar langs. Braaf zo, jaaaaahhhhh braaaaaf ‘.

Ik voelde een opkomende rilling…

Bart

Copyright Brompot december 2016

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better