‘Ja, beetje wel’, zei ik terwijl ik mijn broek ter hoogte van mijn knie afpoetste.
‘Waarom ga je hier dan ook staan met die kookpot van je’.
Hij begon te lachen. ‘Dit is geen kookpot meneer, maar een collectepot. Ik ben van het leger des Heils’. Ik keek even vluchtig naar het tafereeltje en voelde meteen spijt van mijn onderhoud met zijn baas. ‘Sorry voor mijn vloek’, zei ik.
Hij glimlachte. ‘Dat is altijd een eerste reflex, een puur menselijke reactie, en daar houden wij van’.
Ik keek even in de tas maar kon geen zichtbare schade ontdekken.
‘Heeft u schade ?’, informeerde hij nu.
‘Er zitten twintig bruine kerstballen in de tas, maar ik denk dat het meevalt’.
‘O, gelukkig maar’, zei hij.
‘Willen ze nog een beetje bijten vandaag ?’, informeerde ik vanuit een opborrelend gevoel van respect en wijzend op de driepoot. ‘Ze bijten geweldig vandaag’, lachte hij.
‘O’, zei ik. ‘Dat is mooi’.
‘Kijk, de financiele bijdrage is natuurlijk noodzakelijk om ons werk te kunnen doen. Maar het menselijk contact is gezien onze missie eigenlijk nog veel belangrijker. Ik heb met u gesproken en u realiseerde zich meteen dat u met uw vloek verkeerd bezig was. En dat is voor mij dagwinst oftewel een prima vangst’.
Hij knikte vriendelijk en keerde terug in de standaard houding achter zijn driepoot met pot.
Ik keek nog een keer in de tas, trok toen mijn portemonnee, pakte een briefje van vijf en stopte dat in de gleuf. Hij knikte dankbaar.
‘Zalige kerst’, hoorde ik hem wensen.
‘Fijne dagen’, antwoordde ik onchristelijk.
Toen richtte ik me weer op mijn eigen missie: het veilig thuisbrengen van de inmiddels gezegende bruine ballen. Moest nu wel lukken.
Bart
copyright Brompot december 2016
Powered by WPeMatico
Leave a comment
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.