Ze had een echte balkonboezem. Van die siliconeborsten die aan de onderzijde kunstmatig waren opgeduwd en aan de bovenzijde werden geschoord door een tweetal zwarte bandjes die vanwege de totale omvang eerst in de buurt van haar schouders haar donkere vel raakten. Het omhullende rood, geel, zwarte truitje was laag uitgesneden. Zelfs zo laag dat het geheel vrij lag te bakken in de brandende zon die rond het middaguur een klein hoekje van het pleintje had veroverd.

Place des Artistes. Een prachtig met kasseien geplaveid plein wat werd omzoomd door hoge terracotta-gele woonblokken met van die typisch blauw houten luiken en gemodelleerde roestige hekjes.

Het was marktdag en drommen toeristen verdrongen zich aan de kraampjes die de straten van dit stadje hadden ingenomen. Op de Place des Artistes stonden de bio-kramen geparkeerd van waarachter een contingent vrije sandaaldragers allerlei bio-rotzooi aan de toerist probeerde te slijten.

Een wat groter gedeelte van het idyllische pleintje was bestemd voor de terrasjes-horeca. Vandaar dat ik daar op een gietijzeren stoeltje zat te genieten van èn een glas rode jerrycan-wijn èn het bruinende balkon schuin tegenover mij.

Ze had wel iets prettigs over zich. Zoals ze keek. Ze leunde met haar elleboog op het tafeltje en haar hoofd rustte scheef op haar hand die haar donkerrode losse haar wat opduwde. Met haar vrije hand poetste ze dromerig over het beeldschermpje van een telefoon die samen met een pakje sigaretten en een aansteker vóór haar op het tafeltje lag.

Met haar mooi gevormde lippen zoog ze aan een rood rietje wat uit een vol glaasje knalgele drank stak en keek daarbij met van die mooie, zwart omrande en alles doordringende ogen schuin in mijn richting. Ik nipte een beetje verlegen aan mijn wijn en probeerde mijn aandacht op een toerist te richten die bezig was met de aanschaf van een onzinnig stuk bijenzeep. Maar steeds weer schoof mijn vizier vanuit een zelfsturende regie richting balkonscène.

Ik voelde me wat onrustig worden en nipte twee, drie keer achtereen aan de wijn. Zij zoog, maar het gele niveau daalde niet echt. Ondertussen bleef ze over het schermpje aaien en mij onverwachts aankijken. Ik toverde een glimlach, maar mijn toverij bleek niet meer van wat het dertig jaar geleden was. Te traag.

Ik wachtte gespannen op de volgende blik van boven het balkon maar tevergeefs. Ze richtte zich op, keek vluchtig op haar horloge en dronk, ingegeven door het misschien wel verrassende tijdstip, het gele vocht nu zonder rietje in drie slokken weg.

Ze schoof nu haar stoel naar achteren, stak snel een sigaret op, pakte haar tasje en haar telefoon die net op dat moment een zwoel Frans melodietje ten gehore bracht. Ze keek intuïtief op het schermpje en nam toen op.

“Allo Mama, oui (ja) Mama, ici (hier) Francois Mama”. Een zware door drank en nicotine aangetaste mannenstem dreunde als een dragonder over het plein en weerkaatste tegen de muren…

Ik schrok wakker uit mijn romantische droom en bekeek vol ongeloof het “creature” wat nu in vol ornaat langs mijn tafel schoof. Hij gaf me en passant een knipoog en ik knikte beleefd terug.

Terwijl ik mijn wijn in één keer naar binnen goot en zocht naar de reden van mijn miskleun kon ik maar tot één conclusie komen: het was hoe dan ook een prachtige boezem…

Bart


Copyright Brompot september 2014

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better