‘Goedemiddag’, begroette ik de verkoper achter de toonbank van een plaatselijke witgoed-zaak..
‘Goedemiddag, wat kan ik voor u doen’.

Ik pakte vanuit mijn boodschappentas een kruimeldief waarvan ik de indruk had dat hij stuk was en legde hem op de toonbank.
‘Stuk’, zei ik.
‘Oké, wat doet hij niet ?’, vroeg hij terwijl hij hem oppakte en bekeek.
‘Het heet een dief te zijn, maar als hij langs is geweest, mis ik niks’.
‘Hoe bedoelt u ?’.
‘Zoals ik het zeg. Hij doet zijn naam geen eer aan’.

De man stak zijn hand door het handvat en drukte op de knop. Hij schakelde meteen in.
‘Hm, zo te zien is hij weer gemaakt’, lachte hij en legde hem terug.
‘Nee hoor, de motor loopt weliswaar, maar hij zuigt niet’.

Hij pakte hem opnieuw op, hand door het handvat, schakelaar om en… ‘Hij moet het doen’, stelde hij vast.
‘Meneer, ik nodig u uit om wat stof op de toonbank te leggen. En dan mag u het opzuigen’.
De verkoper keek vluchtig om zich heen. Ik ook en zag een suikerzakje op een schoteltje liggen, naast een leeg kopje. ‘Mag ik ?’, vroeg ik hem. Hij knikte. Ik scheurde het zakje open en leegde het op de toonbank. ‘Gaat uw gang’, nodigde ik hem uit.
Hij schakelde hem weer in en bewoog met de zuigmond in de richting van de suiker. Er gebeurde niets.

‘Ziet u, hij zuigt niet’, stelde ik triomfantelijk vast.
‘Nou, dat is iets te voorbarig, meneer, kijk u moet de suiker wel een beetje helpen. Het is maar een licht dingetje’. Hij schoof de zuigmond als een sneeuwschuif over de suiker wat vervolgens naar binnen werd geduwd. Daarna tilde hij hem op, hield hem achterover waarna de suiker naar beneden viel. ‘Ziet u, het werkt wel’.

Ik keek hem aan alsof ik water zag branden. ‘De grote verdwijntruc met het suiker’, zei ik. ‘Meneer, hij zuigt niet, u schépt het spul gewoon naar binnen. Maar dat is niet de bedoeling’.

Hij keek nog een keer goed. ‘Ik mis trouwens ook iets aan dit apparaat’, zei hij toen.
‘Hoe bedoelt u dat ?’.
‘Er hoort een stofzakje in te zitten. Zo verdwijnt al het stof de motor in. Logisch dat hij het niet goed doet’.
‘Oké, dus u bent het dus met mij eens dat hij het niet goed doet’, stelde ik tot mijn tevredenheid vast.
‘Dat heb ik niet gezegd. Wacht, ik haal mijn collega erbij. Die heeft er echt verstand van’.

Even later kwam hij terug met een collega. Zo één van “dat varkentje zal ik wel even wassen”.
‘Problemen ?’, informeerde hij met zware stem. ‘Nee hoor, ik niet. De kruimeldief doet het niet’.
‘Hm, wat doet hij niet ?’,vroeg hij terwijl hij het ding met zijn grote kolenschoppen oppakte.
‘Zuigt niet’, zei ik. ‘Probeer die suikerkorreltjes maar eens’.
‘Hoeft niet’, stelde hij vast. ‘Er mist een stofzakje, daarom doet hij het niet’.
‘Meneer, dat is gezwam. Ik heb dat zakje er even uitgehaald omdat hij het anders helemaal niet doet’.

‘Sorry, we kunnen niets voor u beteken. Hij is niet compleet. Eerst dat zakje erbij, dan is hij origineel en dan kunnen we constateren of hij werkt of niet’. Ik werd nu echt boos.
‘Wat een flauwekul. Dit is een echte Black en Decker en geen Aldi-klungel. Hij kostte vijfendertig euro, heb hem hier gekocht en hij deed het vanaf het begin al niet’.
‘Het zakje meneer, het zakje’.
Ik graaide het apparaat van de toonbank, blies de overgebleven suiker onder de kassa en liep toen met grote passen de winkel uit’.

Toen ik twee weken later opnieuw naar de stad moest, herinnerde ik me de kruimeldief. Ik pakte het apparaat inclusief het vereiste stofzakje, zocht voor alle zekerheid nog even het bonnetje en toog op pad.

Toen ik bij de winkel aankwam, mijn fiets stalde en naar binnen wilde zat de deur dicht. “Wegens omstandigheden gesloten”, las ik. Op zijn Hollands gezegd: Failliet.

Ik kreeg een wazig toekomstbeeld van een stoffige stoffer en een glimmend blik..

Bart

Copyright Brompot januari 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better