Het signaal kwam op het moment dat ik net een dag van hard werken achter de kiezen had en ik achter mijn gesloten oogleden een intensieve evaluatie hield. En dat ging al moeizaam omdat ik tijdens deze evaluatie steeds beelden van Corendon doorkreeg die ik afgelopen dagen blijkbaar onbewust van de televisie had geplukt. Een mooie blauwe zee, een parelwit strand en een prachtige dame die mij een ijskoud drankje kwam aanbieden.

‘Heb je er al over nagedacht ?’, vroeg mijn echtgenote. Ja, dat had ik. Ik voelde wel iets voor de caribien, heel ver weg van mijn werk.

En toen kwam het. Het signaal. Het tikte tegen mijn oogluiken, die piepend en krakend omhoog schoven. Weg evaluatie, weg Corendon, weg wit strand, weg prettige vrouw.

‘Ik bedoel de tuin’.

O ja, de tuin. Hij moet worden “aangepakt”. Alles eruit en dan alles er weer in. Maar dan op een andere plek. Ik kreeg het er mexicaans benauwd van.

‘En, wat gaan we nu doen ?’.

Ik had geen idee. En dat komt omdat ik ben opgegroeid in een flatje aan de Haagse Roldestraat. Het enige stukje tuin wat we daar hadden was een asbest plantenbak die met twee beugeltjes aan het houten balkonhek hing.

Ik weet nog dat mijn moeder daar veel tijd en zorg aan besteedde. Mijn vader vond het bakje helemaal niks en aangezien mijn vader indertijd mijn superman was, vond ook ik het bakje niks.

In die tijd, een kleine zestig jaar geleden, is de basis gelegd voor mijn afkeer van alles wat met het begrip “tuin” van doen heeft. Zo krijg ik een enorme jeuk van die tuinprogramma’s op televisie waarbij de presentator als een regenworm met groene vingers een sleepspoor door de modder trekt en in een mum van tijd zo’n tuin heeft volgepropt met de meest exotische planten.

Meestal staat er dan zo’n blije muts bij die dan probeert uit te leggen wat er allemaal gebeurt en dat je het beste bij de plaatselijke Intrashit je spullen kunt kopen. Overigens de meest dure winkel die je kunt treffen…

De tuin. Er moet een nieuwe schutting in, bestrating en andere zaken die je in een optimistische en licht dronken bui hebt geopperd. Om de boel tevreden te houden.

Inmiddels stond er een krantenbak vol met folders, kortingsbonnen en andere tuinzaken te wachten op de dingen die gingen komen. En zo dus ook mijn echtgenote.

‘Ik vind dat we dit weekend een besluit moeten nemen en de spullen moeten bestellen’. Ik voelde nu iets van drang en ik was er nog niet helemaal klaar voor.

‘Volgende week komt mij beter uit, schat’, zei ik. ‘Dan heb ik iets meer tijd en gaan we samen op pad. Het komt helemaal goed’. Tja, en dan wordt haar jarenlange samenleef-ervaring met mij in de strijd gegooid. Niet helemaal eerlijk vond ik.

‘Bart, ik ken jou. Volgende week is er weer een andere smoes. Nu zijn er aanbiedingen en dat scheelt heel veel euro’s. Dat moet jou toch aanspreken ?’.

Haar woorden schoten als goed gerichte projectielen in de richting mijn financiele verstand. Ontwijken was niet zinvol en ik stemde met enige tegenzin toe. Met een diepe zucht zakte ik terug in mijn dagevaluatie en zocht naarstig naar Corendon. Tevergeefs, het werd de Intratuin.

Ik droomde van een dikke laag asfalt…

Bart

Copyright Brompot Maart 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better