De schaftkeet van de gemeentelijke groenvoorziening stond er pal naast en een medewerker zat vóór de met graffity opgeleukte keet op een bankje aan de koffie en dampte een sigaretje. Toen ik van de fiets sprong, nou ja sprong, zeg maar stapte, groette ik hem vriendelijk en zette mijn tweewieler op de standaard.

Vervolgens opende ik de linkerfietstas en pakt een tweetal flessen. De kleur was blank en dus gooide ik ze in de daarvoor bestemde container. Uiteraard met enig gerinkel maar dat is ook de bedoeling. Toen weer terug en opnieuw een tweetal lege wijnflessen die in dezelfde container terecht kwamen.

Dit ritueel herhaalde zich voor de derde keer, waarna deze fietstas leeg was. Toen de volgende. Opnieuw een eerste zending maar nu met de kleur groen.

‘Zo, jij moet wel flink dorst gehad hebben’, merkte de groenman op.
‘Nou dat valt wel mee hoor’, lachte ik.
‘Het zijn er toch al snel een stuk op tien, toch?’, stelde hij vast terwijl hij het peukje in zijn mond stak en zich met zijn beide handen op de bank afzettend, overeind drukte.
‘Joh, ik heb geen idee.’
‘Ik wel, het zijn er tien’.
‘Welk merk drink je?’, vroeg hij.
‘Weet ik veel’, probeerde ik zo onverschillig mogelijk over te komen.

Hij pakte een lege fles uit de fietstas en keek naar het etiket.

‘Dat is wijn van de Aldi’, stelde hij vast. ‘Dat drinken wij thuis ook. Lekker wijntje voor weinig.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik drink geen wijn’, jokte ik.
‘Ja, dat zeggen ze allemaal. Meneer ik zit hier wel vaker op dit bankje, en als je ziet wat hier allemaal wordt weggegooid.’

‘Wel, ik drink echt niet zoveel hoor’, zei ik met een lach.
‘Jaja, als je het zo hoort, drinkt er niemand. Maar elke week komen ze hier die containers leegtrekken omdat ze overstromen.’

Hij gooide zijn peukje op de grond en trapte hem dood.

Ofschoon ik er geen zin in had, voelde dat ik toch iets moest zeggen om het beeld van “de zware alcohollist” te doorbreken.
‘Ach ja, dat krijg je met verjaardagen. Niemand die tegenwoordig nog bier drinkt, alleen maar wijn’, hoorde ik mezelf blaten.

Hij lachte. ‘Zo kun je het ook zeggen. Er zijn er ook die hun vrouw de schuld geven. Allemaal gelul meneer, allemaal gelul. Gewoon erkennen dat je alcohollist ben en hulp zoeken. Scheelt een hoop ellende.’

Ik had zo’n vermoeden dat hij tot de ervarings-deskundigen-club behoorde en zijn verhaal kwijt moest.

Ik liet het voor wat het was en mikte de laatste twee flessen in de container waar ze tot scherven verrinkelden.

‘Zo, dat hebben we weer gehad’, zei ik om iets te zeggen. ‘Werk ze nog vandaag.’ Ik knikte nog een keer vriendelijk en stapte op.
Hij stak zijn hand op en ging verder met zijn pauze.

Tja, toen ik een week later wederom op de maandagochtend een lading lege flessen wilde afleveren, zag ik hem op afstand al zitten. Hij zag mij aankomen en maakte met zijn hand de bekende kiep-beweging richting zijn mond.

Ik nam razendsnel een besluit, en reed zonder te stoppen voorbij en hoopte dat hij het gerinkel in mijn fietstassen niet had gehoord.

Ik ben doorgereden naar een andere glascontainer, een kilometertje of twee verderop.

Het viel deze man niet uit te leggen dat we afgelopen week wederom een verjaardag hadden gevierd.

Bart

Copyright Brompot september 2017

Powered by WPeMatico

Share

Related Post

Leave a comment

Close
Please support the site
By clicking any of these buttons you help our site to get better